Hou van de man die je haat
© De Limburger
Alle ogen zullen zondag tijdens Frankrijk-Portugal gericht zijn op Cristiano Ronaldo. Columnist Ivar Hoekstra over zijn haat-liefdeverhouding met de vedette van Real Madrid.
Ergens in een Happinez/Elle-achtig vrouwenprietpraatblad las ik dat wij mannen Ronaldo haten omdat we bang zijn voor de homo-latente gevoelens in onszelf. Omdat wij ergens diep in ons man-zijn ook in een Speedo naast Badr Hari willen liggen. Ik twijfel. Mijn figuur komt slecht uit de verf in zo’n zwemslip en in de buurt van Badr heb je als man al gauw een bloedlip. Nee, ik haat Ronaldo niet omdat hij homo-erotische gevoelens in mij wakker zou maken. Ik erger me kapot aan zijn maniertjes, gebaartjes en permanente verongelijktheid. En ik ben niet de enige. Bijna iedere volwassen man heeft een hartgrondige hekel aan de Portugees. Wat Gordon is voor de showbizz, is Ronaldo voor het voetbal: the man you love to hate. Voor volwassenen dan. Kinderen dragen hem op handen. Op internet staat een ontroerende foto; Real Madrid speelt een oefenwedstrijd in China en bij de line up voor de wedstrijd staan elf kinderen bij Ronaldo. Die andere tien Madrilenen tellen niet mee.
Wat Gordon is voor de showbizz, is Ronaldo voor het voetbal: the man you love to hate
Voor kinderen over de hele wereld is Ronaldo de enige die telt. Als kind sta je nog open voor mensen die boven de grijze massa uitsteken. Alles wat opvalt, fonkelt en straalt is voor een kind nog magie. Pas later als de magie plaatsmaakt voor chagrijn en calvinisme, verketteren we de bonte vogel en verheerlijken we de grijze muis. Begin in een willekeurig gezelschap veertigers maar eens over het EK’88. Binnen de kortste keren roept er iemand dat niet Gullit en Van Basten maar Van Aerle en Wouters de echte sterren waren. „Want die waren het cement tussen de stenen.” Waarna vervolgens iedereen instemmend knikt en er als nastoot iemand roept „en vlak ook De Tiggel niet uit!” Ik mocht het ook graag roepen en snap pas nu dat het onzin is. Van Aerle, Wouters en Van Tiggelen zijn prima uit te vlakken. Nog een jaar of dertig en ze zijn uitgegumd uit de grote almanak van de vaderlandse sportgeschiedenis.
Op een EK voetbal wil ik voetbal zien en echt voetbal heb ik alleen gezien van Ronaldo
Het EK’88 was Van Basten, Gullit en een beetje Rijkaard. Want sport draait niet om waterdragers, sport draait om sterren. Je veert thuis voor de buis pas op als iemand iets doet dat bruist en blaakt van heldenbloed. Een hakje achter het standbeen langs bijvoorbeeld, Ronaldo flikte het en in plaats van de schoonheid te koesteren, sms’ t het klootjesvolk zijn vingertjes blauw om die wereldgoal uit de EK top-5 te krijgen ten faveure van een horde bebaarde vikingen die heel hard ‘huh, huh’ roepen. Als ik primitieve stammenstrijdretoriek wil horen, huur ik wel de dvd van Braveheart. Op een EK voetbal wil ik voetbal zien en echt voetbal heb ik alleen gezien van Ronaldo. Zijn hakje en die buitenaardse kopbal waren de schaarse hoogtepunten in een toernooi waarin de ster te vaak moest wijken voor de teamprestatie. Zondag hoop ik dat de grootste ster van dit toernooi schittert. Ja, ik ga me ongetwijfeld weer kapot ergeren aan Ronaldo. Dat neem ik graag voor lief. Voor de toekomst van het voetbal op aarde is het noodzaak dat de echte ster het verschil maakt. Zelfs al schoppen we die ster het liefst naar de maan. de stammenstrijdretoriek Voetbal draait niet om waterdragers, sport draait om sterren.