Aanpakken taalprobleem moet kansen werklozen verbeteren
© ANP/Koen Suyk
Medewerkers van sociale dienst ISD BOL (Brunssum, Onderbanken en Landgraaf) moeten leren taalproblemen bij cliënten te herkennen. Maar ze moeten ook hun brieven eenvoudiger schrijven, zodat cliënten snappen wat er staat.
Het aanpakken van taalproblemen moet de kansen van langdurig werklozen verbeteren, maar hen ook zelfredzamer maken, zegt directeur Bert Smeijsters van ISD BOL.
ZelfvertrouwenDe dienst wil niet alleen een uitkeringsfabriek zijn, maar cliënten ook helpen zo zelfstandig mogelijk hun zaken te regelen. Dat moet ook hun zelfvertrouwen vergroten, waardoor de kans om (betaald) werk te vinden groeien. Uit onderzoek blijkt dat laaggeletterden vaker baanloos zijn en in armoede leven.
ISD BOL wil cliënten met taalproblemen stimuleren een taalcursus te volgen bij Arcus of gebruik te maken van het Taalhuis dat in verschillende bibliotheken is ingericht. Tot nu toe zijn en twintigtal cliënten doorverwezen.
HerkennenVoor dat kan moeten medewerkers het probleem herkennen. Dat is lastig, omdat laaggeletterden zich vaak schamen en moeilijk hulp accepteren. Medewerkers van de sociale dienst krijgen hulpmiddelen zoals een taalmeter om sneller te kunnen zien of iemand mogelijk een taalprobleem heeft. Om de problemen te verhelpen worden taalambassadeurs ingezet. Dat zijn vaak ex-laaggeletterden, die de problemen vaak sneller herkennen en mensen met taalproblemen ook gemakkelijker kunnen aanspreken.
De SMO-raad (de vroegere cliëntenraad) van de gemeente Brunssum vindt dat ook bij keukentafelgesprekken bij het aanvragen van zorg en hulp moet worden gekeken of een cliënt mogelijk laaggeletterd zijn. Daarnaast is het Bondgenootschap Parkstad voor Geletterdheid actief, waarin 35 organisaties samenwerken om het probleem aan te pakken. In Parkstad is 16 procent van de volwassenen laaggeletterd, 5 procent meer dan het landelijk gemiddelde.
Lees meer in de digitale krant of de Limburger van donderdag