De tragische voorgangers van het gecrashte voetbalteam






Wat het hoogtepunt in de clubhistorie had moeten worden, eindigde in een afgrijselijke tragedie voor Chapecoense. Op weg naar de finale van de Copa Sudamericana stortte vannacht het vliegtuig met daarin de volledige selectie en staf van de Braziliaanse club neer in de Colombiaanse bergen. Helaas is het niet de eerste keer dat een voetbalteam (bijna) volledig door een vliegramp wordt weggevaagd. Tragedies die voor altijd diepe sporen achterlaten, leert een duik in het verleden.
Il Grande Torino (1949)Torino was in de jaren na de Tweede Wereldoorlog een onverslaanbare machine. De grotendeels uit Italiaanse internationals bestaande ploeg werd in 1946 kampioen van de Serie A en prolongeerde de landstitel de jaren erna met groot gemak. Dat zou in het seizoen 1948/49 ook gebeuren, zo was de verwachting. Il Grande Torino had met nog vier wedstrijden te spelen een voorsprong van vier punten op concurrent Inter, toen de selectie op 4 mei 1949 in het vliegtuig terug naar huis stapte na een vriendschappelijke wedstrijd tegen Benfica. Vlak voor de landing ging het mis. In de stromende regen en dichte mist zag de piloot de Superga-berg op de radar over het hoofd.Niemand van de 31 inzittenden overleefden de crash. Drie spelers, onder wie de Hongaarse ster Ladislao Kubala, hadden het oefenpotje laten schieten en bleven praktisch zonder ploeggenoten over. Bijna een miljoen mensen waren in Turijn op de been toen hun helden een aantal dagen later werden begraven. Als eerbetoon werd Torino door de Italiaanse voetbalbond nog voor het eind van de competitie uitgeroepen tot kampioen. Met spelers van veel minder allooi werden de prestaties uit de glorietijd nooit meer benaderd. Alleen in 1976 werd Torino nog eens kampioen van Italië. De schrik bij de Italiaanse spelers was na het ongeluk zo groot dat voor het WK van 1950 niet per vliegtuig maar per boot naar Brazilië werd gereisd.
Het noodlot van de Busby Babes (1958)Net als Torino beleefde ook Manchester United gouden tijden tot het moment dat het noodlot toesloeg. Onder de bezielende leiding van manager Matt Busby was er in de industriestad een piepjong team ontstaan dat alle concurrenten aftroefde. In 1956 werd ManUnited kampioen met een elftal met een gemiddelde leeftijd van amper 22 jaar. Ook het seizoen daarna waren de 'Busby Babes', zoals het team liefkozend werd genoemd, zo goed als onverslaanbaar in eigen land. In Europa timmerde het jonge elftal eveneens aan de weg. Nadat in de winter van 1958 de halve finale van de Europa Cup I was bereikt na een 3-3 gelijkspel bij Rode Ster Belgrado, werd tijdens de terugreis een tussenstop gemaakt in München om te tanken. De vele sneeuw op de startbaan maakte het lastig om daarna opnieuw op te stijgen. Twee pogingen werden voortijdig afgebroken, de derde eindigde in een ongekend drama. Het vliegtuig raakte van de startbaan en knalde tegen een huis. Van de 44 inzittenden overleefden 23 het ongeluk niet. Enkele overlevenden waren zo ernstig gewond, dat ze nooit meer konden voetballen. Hoewel lang niet iedereen zich die zwarte 6 februari 1958 kan herinneren, is er geen fan van Manchester United die het drama van de Busby Babes niet kent. Op Old Trafford hangt zelfs een klok die stilstaat op 15.04 uur, het exacte tijdstip van de crash. Manchester won na het ongeluk dat seizoen nog maar één competitiewedstrijd en eindigde op een bedroevende negende plaats. Nog steeds onder leiding van Busby, die het ongeluk had overleefd en daarna met een compleet nieuw team de oude successen liet herleven. In 1968 won Busby, die een bronzen standbeeld heeft buiten Old Trafford, met zijn geliefde club de Europa Cup I.
De doemduik van Alianza LimaHet is niet de eerste keer dat een Zuid-Amerikaanse club een vlucht fataal wordt. Op 8 december 1987 stortte een Navy Fokker F27-400M neer in de Stille Oceaan, zo’n negen kilometer van de eindbestemming: de Peruviaanse kustplaats Callao. Aan boord de selectie, staf en begeleiding van Alianza Lima. Opgeteld met de vliegtuigcrew waren er 44 mensen aan boord. Alleen de piloot overleefde de crash.
Het team was op de weg terug van een competitiewedstrijd in de Peruviaanse competitie toen het noodlot toesloeg. Lang tastte men in het duister over de oorzaak van de ramp. Pas in 2006 werd in een tv-programma op de nationale televisie meer bekend over de toedracht van het ongeluk. Uit onderzoek bleek dat de piloot ervaring miste om in het donker te vliegen en hij niet voldoende kennis had van het uitwerpen van het landingsgestel. Dit in combinatie met de gedateerde staat van het vliegtuig maakte de vlucht met de Navy Fokker een fatale.
De tragedie had desastreuze gevolgen voor Alianza Lima. Het verloor zijn meest talentvolle lichting spelers in tien jaar tijd en een paar maanden later greep Universitario de Deportes, de eeuwige rivaal, ook nog eens de titel in Peru.
De fatale reis van het Kleurrijk elftal (1989)De vliegramp die in het Nederlandse voetbal de diepste wond veroorzaakte vond plaats op 7 juni 1989. Het Kleurrijk elftal, een gelegenheidsteam met daarin veel spelers van Surinaamse komaf uit de Ere- en Eerste Divisie, zou een toernooi gaan spelen in Suriname. Een enkeling, zoals Stanley Menzo en Henny Meijer, waren al met een eerdere vlucht vertrokken en zaten dus niet in het bewuste vliegtuig. De vlucht van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij verliep die dag al verre van vlekkeloos. Er werd met veel vertraging vertrokken vanuit Miami en na de stop op Schiphol liep de achterstand op het vluchtschema nog verder op. Op het moment van de landing in Paramaribo werd de bemanning bovendien geconfronteerd met veel slechtere weersomstandigheden dan verwacht. De eerste drie landingspogingen werden voortijdig afgebroken, bij de vierde sloeg de gezagvoerder een automatische waarschuwing dat het toestel te laag vloog in de wind. Die inschatting bleek verkeerd. Het toestel raakte twee bomen en de crash die daarop volgde werd 167 van de 178 passagiers fataal. Lloyd Doesburg, reservedoelman van Ajax, overleefde het ongeluk niet. Net als eredivisiespelers Steve van Dorpel (Volendam), Ruben Kogeldans (Willem II), Andy Scharmin (FC Twente), Fred Patrick (PEC Zwolle) en Otwin Linger (Haarlem). Verzamelaars van de toen al razend populaire Panini-plaatjes herinneren zich nog de vreemde gewaarwording van het inplakken van stickers met daarop spelers die nooit meer een voetbalveld zouden betreden. Radjin de Haan, Edu Nandlal en Sigi Lens overleefden wonder boven wonder het ongeluk. Er is een monument voor alle slachtoffers van de SLM-ramp. Daarnaast leven de omgekomen voetballers voort in de herinnering van de clubs. In het stadion van PEC Zwolle is zelfs een tribune naar Fred Patrick vernoemd. Een trainingshal voor de jeugd van FC Volendam draagt de naam van 'De parel van de Bijlmer' Steve van Dorpel.
De nachtmerrie van Kalusha (1993)Met Zambia het WK halen, dat was de grote droom van voetballer Kalusha Bwalya. Met een talentvolle selectie, die het in 1992 tot de kwartfinale van de Afrika Cup had geschopt, was plaatsing voor het WK van 1994 in de Verenigde Staten een reële mogelijkheid. Dan moest in de kwalificatiereeks uit bij Senegal wel een stap in de goede richting worden gezet. De droom van de Kalusha eindigde echter in een nachtmerrie. Zelf was de succesvolle PSV'er nog in Nederland om wat formaliteiten met zijn club af te ronden, toen hij hoorde dat zijn ploegmaats van de nationale selectie niet meer leefden. Op weg naar Senegal stortte het vliegtuig met de voltallige selectie van 'Chipolopolona' bij de Gabonese hoofdstad Libreville in zee. Kort daarvoor was een van de motoren in brand gevlogen. Net als Kalusha was ook Charles Musonda niet in het vliegtuig gestapt. De Anderlecht-speler werd gered door een blessure. Zambia zorgde voor een klein mirakel door een jaar later toch de finale van de Afrika Cup te halen, die werd verloren van Nigeria, maar plaatsing voor een WK is tot op de dag van vandaag een illusie gebleven. Kalusha was na zijn spelerscarrière tussen 2003 en 2006 bondscoach van zijn land, maar wist ook toen zijn WK-droom niet te verwezenlijken.