Maastricht komt met nieuw plan tegen radicalisering

© iStock

Maastricht wil radicalisering in een vroeg stadium signaleren. Alleen op die manier kan volgens de gemeente snel en adequaat worden ingegrepen.

Pascale Thewissen

Maastricht gaat een zogenaamde netwerkregisseur aanstellen in de strijd tegen het jihadisme. Die moet zijn voelsprieten uitsteken op scholen, bij moskeeën, bij sleutelfiguren in de wijk, buurtclubs en belangenorganisaties, en bij sociaal werkers die dicht bij jongeren staan die mogelijk voor extremistische denkbeelden vatbaar zijn.

Vroeg stadiumHet doel is radicalisering in een vroeg stadium te signaleren en aan te pakken. In de Kaderbrief, waarin het beleid voor de komende jaren in grote lijnen uiteen wordt gezet, stelt de gemeente Maastricht dat een sterke informatiepositie cruciaal is in de strijd tegen het jihadisme. "Vroege signalering en gerichte interventie zijn de kern van het preventieve werk", staat te lezen.

Op dit moment is er vanuit het stadhuis niet genoeg binding met in dit verband relevante groeperingen en personen. Een ervaren netwerkregisseur moet ervoor zorgen dat de lijntjes met bepaalde groepen in de samenleving korter worden. Het streven is erop gericht bestaande initiatieven verder uit te bouwen.

NetwerkMaastricht wil toewerken naar een netwerk van burgers en organisaties die zich willen inzetten voor de maatschappij om polarisatie en radicalisering tegen te gaan. De stad trekt daar in 2018 en 2019 jaarlijks 75.000 euro voor uit. Het is de bedoeling dat nog dit jaar met de nieuwe aanpak wordt gestart.

GeldOok in andere steden met relatief veel (potentiële) jihadisten wordt vol ingezet op het vergaren van informatie, die tot vroegtijdige opsporing van geradicaliseerde personen leidt. Het Rijk heeft daarvoor geld beschikbaar gesteld. Dat geld is onder meer bedoeld voor het opzetten van netwerken, begeleiding, onderzoek en de aanstelling van een netwerkregisseur radicalisering.

GoudaIn de gemeente Gouda bijvoorbeeld is al sinds 2015 een netwerkregisseur actief. Die coördineert niet alleen de informatiestromen, maar gaat ook in gesprek met gezinnen waar het mis dreigt te gaan. Ook gaat hij naar scholen om in de lessen maatschappijleer samen met leerlingen en leraren te praten over radicalisering.