Vrouwenvoetbal: voetballende uiers met maandelijks ongemak?

In Loes Geurts heeft Oranje een klemvaste keepster.© ANP

‘Klem op de mem!’ Lees de column van Ivar Hoekstra over vrouwenvoetbal:

Ivar Hoekstra

Het was een dappere poging van het duo Dijkstra en Evenblij om aan tafel bij Jinek het vrouwenvoetbal te promoten. Maar het verliep bijna net zo desastreus als de poging van missionaris Bonifatius die in 755 dacht die boertige Friezen wel even te bekeren. Boni had nog geen goeiendag gezegd of hij kreeg een goedendag op zijn schedelpet.

ValkuilHet voormalige Jakhals-duo ontkwam aan tafel bij Eva weliswaar aan molestatie, maar lazerde in dezelfde valkuil als die andere pleitbezorgers van de sport die mannen maar niet serieus willen nemen. „Je moet er met andere ogen naar kijken”, zei Dijkstra. Anders naar voetbal kijken, hoe doe je dat? Ik kijk al zo lang naar voetbal dat mij dat niet lukt. Want hoeveel andere ogen ik ook aanboor, een kutbal blijft een kutbal. En het aantal gegeven kutballen is in het vrouwenvoetbal nu eenmaal procentueel hoger. En dat moet je ook gewoon kunnen roepen als man: wat een kutbal!

MastodontWant dat roepen we ook als mannen zo’n bal geven. Maar als je kritiek op vrouwenvoetbal hebt, ben je meteen een vrouwonvriendelijke mastodont van Johan Derksen-niveau. Een middenweg schijnt er niet te zijn. Als het om vrouwenvoetbal gaat, heb je louter zwart en wit. Wit: je kijkt ernaar op de manier waarop je naar een schoolmusical van je kind kijkt, je hoort je kroost monotoon een liedje zingen en jij als ouder klapt je handen stuk alsof je Mozart voor het eerst Eine kleine Nachtmusik live hoort spelen. Zwart: je kijkt ernaar met de insteek dat vrouwen er nooit een reet van zullen kunnen en roept tegen je vrienden bij iedere vangbal van de keepster schijtlollig: ‘Klem op de mem!’

BorstenWant dat blijven wij mannen nog altijd heel fascinerend vinden: voetbalsters hebben borsten. Ook in de teaser van het programma van Dijkstra en Evenblij hoor je een sportster roepen dat „ze voor een sportvrouw best grote memmen heeft”. Evenblij knikt instemmend, want die heeft voor een man ook best grote memmen. Vervolgens vraagt Dijkstra „hoe je als vrouw zijnde kunt sporten als je ongesteld bent”. Door dit soort geleuter blijft het lastig om vrouwenvoetbal zuiver te beoordelen.

Wat interesseert mij het nou dat voetbalvrouwen borsten hebben en ongesteld zijn? Ik wil daar helemaal geen rekening mee houden. Voor je het weet, wordt het opgevoerd als verzachtende omstandigheid. ‘Dat we hier met 5-0 de boot ingaan is niet zo gek. Onze spits kreeg een uittrap vol op haar linkerborst en de rest was ongesteld, dan kun je een goed resultaat wel op je buik schrijven.’

Zolang we voetbalvrouwen alleen maar zien als voetballende uiers met maandelijks ongemak, zal het inderdaad nooit wat worden met de mannelijke acceptatie van de snelst groeiende sport van Nederland. Beoordeel het vrouwenvoetbal gewoon op waar het om draait: die bal en hoe ze daarmee omgaan.

En dat laatste gaat echt steeds beter. Ik heb deze week bij de oefenwedstrijd Nederland - Oostenrijk met plezier gekeken naar Lieke Martens, Vivianne Miedema en vooral de pijlsnelle Shanice van de Sanden. Nee, niet omdat Sanden.

Nee, niet omdat ze borsten hebben. Maar omdat ze kunnen voetballen. En zolang de vrouwen dat zichtbaar steeds beter kunnen, hoeven wij mannen er niet anders naar te kijken.