Veroordelingen na dood Salam houden badmeesters bezig

"Het drukt je wel even met de neus op de feiten.” Maar aanleiding om het protocol van het zwembad nog eens onder de loep te nemen, is er niet.

SchuldigDe rechtbank in Utrecht achtte donderdag drie badmeesters schuldig aan de dood van het uit Syrië afkomstige schoolmeisje Salam. Ze kregen werkstraffen van zestig uur opgelegd.

Uit een rondgang langs verschillende zwembaden in de provincie blijkt dat de veroordeling onderwerp van gesprek is onder badmeesters, maar niet meer dan dat.

AlertVolgens Frank Verkoijen hoor je als badmeester ten alle tijden alert te zijn. "En dat zijn wij ook. We hebben afspraken over hoe de communicatie tussen de badmeesters verloopt, wie er in het water springt als er iets gebeurt en wie de eerste hulp verleent. Er is niemand in het water die niet minstens door een badmeester in de gaten wordt gehouden. Om de zorgen dat de aandacht niet verslapt, wisselen we om het kwartier van plek en houden we zeer regelmatig pauze. Het is intensief werk. We zitten niet op de bank in het zonnetje."

Diepe waterVolgens Verkoijen hebben mensen ook een eigen verantwoordelijkheid. Wie niet kan zwemmen, hoort niet in het diepe water thuis. "Zien we iemand bij wie we twijfels hebben, nemen we een proeve van bekwaamheid af. Dan moet die persoon laten zien dat hij of zij vaardig genoeg is. En mensen van allochtone komaf houden we extra in de gaten omdat er relatief veel mensen tussen zitten zonder diploma."

Volgens de badmeester is het onmogelijk alle ongelukken te voorkomen. „Dan moet je het zwembad sluiten en dan gebeurt er niets.” Met het vonnis van de rechter wordt de veiligheid van het schoolzwemmen opnieuw onder de loep genomen, aldus het Nationaal Platform Zwembaden.