Psychiater uit Sittard berispt in zaak rond echtscheiding

De man heeft volgens het tuchtcollege als behandelend psychiater zeven verklaringen in een echtscheidingszaak over een patiënte afgegeven die niet deugdelijk onderbouwd waren. Volgens het college bevatten die niet goed onderbouwde verklaringen meningen en waardeoordelen over de patiënte, haar ex-man en een dochter.

OmgangsregelingDe ex-man van de patiënte had de zaak bij het tuchtcollege aanhangig gemaakt. Die klager en zijn ex-vrouw zijn al jaren in juridische procedures verwikkeld over de omgangsregeling met hun minderjarige dochter. De psychiater heeft zich blijkens de uitspraak van het tuchtcollege uitgelaten over de opvoeding van de dochter en de financiële situatie van zijn patiënte. Ook ging hij in op het al dan niet bestaan van de noodzaak tot het voeren van juridische procedures tussen de pa­tiënte en haar ex-partner.

LeugensDe arts heeft zich volgens het oordeel op negatieve en speculatieve wijze uitgelaten over de ex-partner van de pa­tiënte en de dochter. Zo werd gerept over ‘leugens, verdraaiingen en valse beschuldigingen van haar ex-man’. Het college sluit niet uit dat de psychiater daarbij uitsluitend is afgegaan op mededelingen van de pa­tiënte, zonder die te toetsen.

VerweerDe omstreden verklaringen van de psychiater werden af­gegeven aan de advocaat van zijn pa­tiënte, de Raad voor de Kinderbescherming en aan een gezondheidszorgpsycholoog. De psychiater had als verweer onder meer aangevoerd dat hij wist dat de Raad voor de Kinderbescherming gebrek aan middelen had om een externe psychiater in te schakelen. Dat verweer noemt het college niet geloofwaardig aangezien ook verklaringen richting de advocaat van zijn pa­tiënte en de psycholoog gingen.

De berisping is vorige week officieel vastgelegd.