Het Openbaar Ministerie verdenkt drie medewerkers van de Venlose onderneming van fraude bij de export van turbine-onderdelen naar Iran tussen 2008 en 2010. Het gaat om eigenaar Parviz T. uit Venlo, Jan H. uit Weert en Nadia H. uit Roggel. Het betreffen zogeheten 'dual use'-goederen. Deze producten kunnen op twee manieren gebruikt worden: voor civiele toepassingen, maar in theorie ook voor het ontwikkelen van massavernietigingswapens. Voor de uitvoer van deze goederen geldt een vergunningsplicht. Deze zou zijn geschonden. Justitie wil de drie, alsook twee bedrijven die onder Euroturbine vallen, voor minstens dertien miljoen euro plukken.
Getuigen
Volgens de verdediging werden de goederen niet gebruikt voor militaire doeleinden. Haar verzoek om drie getuigen te verhoren, werd door de rechtbank gehonoreerd. Zij zouden meer kunnen vertellen over de bestemming van de onderdelen en achtergronden kunnen verschaffen over de geldstromen die achter de export schuilgaan. De verhoren starten volgende week.
'Catch all'
Voor het proces zijn in totaal elf zittingsdagen uitgetrokken. De komende dagen zal het onder meer gaan over de zogeheten 'catch all'-beschikking, een instrument dat de overheid kan gebruiken om een exportverbod op bepaalde goederen in te stellen. Dat was het geval in de zaak-Euroturbine. De raadslieden betwisten de rechtmatigheid van deze beschikking. Om dit goed te kunnen toetsen, ontbreken echter de onderliggende documenten, stelt de verdediging. Hoewel het Rijk ze niet vrijgeeft, willen de advocaten de papieren toch inzien.
Het proces gaat dinsdag verder.