Pimp je huis met deze interieurtips

Het tuinmeubilair gaat naar de schuur en de bank voor de open haard is onze nieuwe beste vriend. Oktober is niet voor niets woonmaand. We maken het binnen weer gezellig met wollen plaids, zachte kussens en warme kleuren. Dat lukt nog wel, maar hoe pak je de rest van het huis aan?We schakelen de hulp in van interieurarchitect Ineke Roosen (25) uit Maastricht en interieurontwerpster Petra Lejeune (46) uit Sittard. Volgens de profs bestaat ieder interieur uit vier pijlers: plattegrond, styling, kleur en verlichting. Zorg dat die vier in balans zijn en voilà: je droomhuis staat. Petra: "Inrichten is geen hogere wiskunde.”

1. Maak een plattegrondJe begint met een goede plattegrond. Kijk naar wat de ruimte biedt en wat je er wil doen. Hou daarbij rekening met de lichtinval en het uitzicht naar buiten. Maar ook met de looplijnen in de ruimte: de meest ideale situatie is dat je overal omheen kunt lopen. Denk na over de functie van de verschillende ruimtes. Wat wil je er kunnen doen? "Ben je iemand die graag televisie kijkt of heb je kinderen die het liefst de hele dag gamen? Zorg dan voor goed zicht op de televisie vanaf de bank”, tipt Petra. "Ben je dol op lezen? Creëer dan een hoekje met goed leeslicht waar je rustig kunt zitten.”Als je de afmetingen en functies van de ruimte weet, ga je op zoek naar bijpassende meubels. Voor je leeshoek een boekenkast, relaxte stoel en bijzettafel voor je mok. Hou de plattegrond met afmetingen van de ruimte steeds in je achterhoofd. "De meest gemaakte fout is een te grote bank. De meeste mensen stappen in de auto, rijden naar een meubelzaak en kiezen daar gewoon eentje uit. In een enorme showroom lijkt de bank altijd veel kleiner.”

2. Knutsel een moodboardAls je weet, wat waar moet komen te staan, ga je de boel stylen. "Inspiratie haal je uit tijdschriften, van internet (Pinterest) of doe je op bij een bezoek aan leuke horecatentjes. Verzamel plaatjes van wat je mooi vindt en maak een moodboard van de stijl die je wil creëren”, adviseert Ineke. "Laat kleuren en materialen terugkomen op je moodboard. Sfeerbeelden mogen ook: een foto van herfstbladeren of een zandstrand, omdat je die kleur zo mooi vindt.” Zo’n bord geeft houvast. Je neemt het mee als je een keukenblad uitzoekt of houdt het bij een bank voor de kleur.

Een bezoekje aan een keukenzaak of meubelwinkel is volgens Ineke een must. Zo krijg je ook een gevoel bij het plaatje. "In een keukenzaak zie je het niet alleen, maar krijg je er een gevoel bij. Je kunt een keuken ‘beleven’, omdat je er midden in staat.” Je interieur moet ook persoonlijk zijn, vindt Ineke. Dat gaat verder dan een foto van je vriend aan de muur. Het mag ook een hobby zijn die terugkomt in je huis. "Ik heb wel eens een wijnhoekje gemaakt voor een wijnliefhebber. Of een vitrinekast vol met modelautootjes voor een autogek. Soms mag er best een knipoog in je interieur zitten. Het hoeft allemaal niet zo serieus.” Veel mensen durven niet, volgens de interieurontwerpster. "Ik kom vaak witte muren tegen met een grijze hoekbank en een hoogglans witte keuken. Niks mis mee, maar denk ook eens out of the box. Pak uit met kussens met print, leg een koeienvel onder de bank of maak een gekke fotowand met je favoriete foto’s.”

Moeite met visualiseren? Ineke tekent je interieur in 3D zodat je het resultaat al kunt bekijken voordat je verbouwing is begonnen. "Zo’n tekening kan je angst wegnemen. Én het voorkomt ook een eventuele miskoop.”

3. Beken kleurDe derde pijler is heel belangrijk, beweert Petra. "Kleur maakt de ruimte optisch anders: lichter of juist donker, warm of koud, elke kleur roept een eigen gevoel op.” Als basis gebruik je naturel tinten zoals wit, bruin of zwart. Daar voeg je kleur aan toe. "Alle kleuren die in de kleurencirkel dicht bij elkaar in de buurt liggen zijn goed te combineren. Zoals geel met groen en blauw met paars.”Wil je meer pit in huis? Dan kies je voor kleuren die tegenover elkaar liggen. "Contrasterende kleuren halen het beste bij elkaar naar boven.” Rood en groen bijvoorbeeld. Gebruik groen voor een groot oppervlak, zoals de muur en laat rode accenten terugkomen in accessoires. "Als de kleur klopt, past de rest al snel. Een tafel met zes verschillende stoelen kan best, zolang je ze allemaal in één kleurtint kiest.”

4. Zet je huis in de spotlightsTot slot: de verlichting. Bij een lichtplan wissel je de hoogte van de lichtbron af: een lamp aan het plafond, halverwege een tafellamp en zorg ook voor licht vlakbij de vloer. Petra: "Mensen denken vaak aan licht tot hun eigen hoofd, maar je moet ook vanaf het plafond naar beneden denken.” Direct licht, dat rechtstreeks ergens op schijnt, combineer je met indirect licht. Die afwisseling houdt het spannend. Ineke voegt daaraan toe dat je moet zorgen voor een goede balans tussen werk- en sfeerverlichting. "Boven het keukenblad en bureau is goed werklicht nodig. In de rest van het huis is sfeerverlichting voldoende.”

TIPS VAN DE PROFS» Zet niet overal iets neer, maar groepeer je accessoires. Dat maakt het minder rommelig. Zet niet alles vol, maar durf ook plekken leeg te laten. Zo oogt de kamer veel ruimtelijker.» Creëer hoekjes met een roomdivider zoals een hoekbank, een grote plant of een open boekenrek. Hoekjes brengen gezelligheid.» Hou de basis van je huis tijdloos. Knallen doe je met accessoires. Hou je van retro? Zet dan een retroradio op een witte kast. Ben je het sfeertje na een tijdje moe, dan haal je hem zo weer weg. » Gebruik afplaktape op de vloer om de afmetingen van je meubels aan te geven. Zo kun je zien of het past en er genoeg ruimte overblijft. » Pure materialen, zoals hout, geven karakter aan je inrichting. Geen stuk hout is hetzelfde en dat maakt het persoonlijk. » Heb je souvenirs van een mooie reis? Stal ze uit. Eigenlijk zou ieder- een een vitrinekastje moeten hebben voor alle mooie herinneringen. » Planten mogen niet ontbreken. Groen brengt leven in de brouwerij.