Stichting Leergeld Leudal en Maasgouw: Ieder kind moet mee kunnen doen

Martin Koldenhof beëindigt in 2019 zijn voorzitterschap van de Stichting Leergeld Leudal en Maasgouw. © Jos Smeets

In Nederland leeft één op de negen kinderen in armoede. Deze kinderen kunnen om financiële redenen niet meedoen aan activiteiten die voor hun leeftijdsgenootjes heel normaal zijn. Zij staan vaak letterlijk aan de zijlijn. Via 266 lokale Leergeld stichtingen, waarvan de Stichting Leudal en Maasgouw er één is, biedt Leergeld deze kinderen kansen om toch te kunnen deelnemen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten.

Pieter Knippenberg

Leergeld biedt hen hiermee een springplank, waardoor zij opbloeien, kennis en vaardigheden ontwikkelen en eigenwaarde krijgen. Martin Koldenhof uit Buggenum is sinds 2015 voorzitter van de Stichting Leergeld Leudal en Maasgouw. De gemeentes die in het kader van de nieuwe participatiewet ook nieuw armoedebeleid gingen voeren, vroegen hem die kar te gaan trekken. Koldenhof gaf aan dit te willen doen voor de duur van maximaal vier jaar en aan die periode komt nu een einde. Zijn opvolger staat al in de startblokken. Richard Verheul, oud-wethouder van de gemeente Leudal gaat de voorzittershamer medio 2019 van hem overnemen. Koldenhof: „Als je te lang in een dergelijke rol actief bent, ga je een te groot stempel op de organisatie drukken en dat wil ik niet. Vandaar die door mijzelf gestelde termijn van vier jaar.”

Armoede moet geen straf zijn

De doelgroep die de Stichting Leergeld Leudal en Maasgouw bedient is groot. Afgelopen jaar werd er in liefst 400 gevallen hulp geboden. Koldenhof: „400 unieke situaties is natuurlijk best veel, maar gezien het aantal inwoners van beide gemeenten had dit meer dan het dubbele kunnen zijn. Er zijn dus waarschijnlijk nog veel schrijnende gevallen die bij ons niet bekend zijn. Armoede moet echter geen straf zijn. Het kan echt iedereen overkomen en dan is het toch fijn dat er hulp geboden kan worden.”

De Leergeld formule

Gezinnen die de Stichting Leergeld Leudal en Maasgouw om hulp vragen, worden thuis bezocht door goed opgeleide en goed geïnformeerde intermediairs. De landelijk vastgestelde leergeld formule wordt dan gehanteerd. Martin Koldenhof: „Tijdens een persoonlijk gesprek wordt de hulpbehoefte geïnventariseerd en vindt natuurlijk een toetsing plaats van de inkomens- en (eventuele) schuldensituatie. Met ouders of verzorgers wordt dan besproken wat de mogelijkheden zijn op basis van bestaande voorzieningen van anderen, zoals gemeenten of andere instanties/organisaties. Bij het aanvragen van die ondersteuning kunnen wij ook hulp bieden. Wanneer er geen bestaande voorzieningen zijn waar voor het betreffende kind een beroep op gedaan kan worden, of wanneer deze voorzieningen niet toereikend zijn, kunnen wij aanvullende hulp bieden in de vorm van giften in natura of vergoeding van kosten aan clubs en scholen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de kosten van een schoolreisje of het KVW. Het criterium hierbij is altijd dat de aanvullende hulp bijdraagt aan de doelstelling van Leergeld: Het voorkomen van sociale uitsluiting via het bevorderen van ‘mee kunnen doen’. Onder giften in natura vallen bijvoorbeeld zwemlessen (diploma A), het verstrekken van (refurbished) laptops het verstrekken van fietsen en dergelijke. Het contact met de betreffende gezinnen blijft doorgaans bestaan. Afhankelijk van de situatie varieert dit van een telefoontje tot een nieuw huisbezoek.”

Financiering

De Stichting Leergeld Leudal en Maasgouw ontvangt een heel groot gedeelte van haar budget via de gemeente Leudal en de gemeente Maasgouw. Daarnaast zijn er een heel groot aantal bedrijven en instellingen die de stichting ondersteunen met goederen, diensten en financiële bijdragen.

Meer informatie over de Stichting Leergeld Leudal en Maasgouw op de website: www.leergeldleudalmaasgouw.nl