Oetgerope
Vijf vragen aan de prins uit Hoensbroek: Guy I
Stadsprins Guy I van C.C.H. Gebrook. — © Fabienne Vroemen
Het zijn de hoogtijdagen voor de nieuwe prins. We vragen hem het hemd van het lijf. Vandaag de prins van C.C.H. Gebrook (Hoensbroek): Guy I (35).
Een Hoensbroekse prins uit Zeeland?
„Mijn ouders komen oorspronkelijk uit Limburg. Ieder jaar met carnaval gingen we terug naar Limburg. Mijn oudste carnavalsherinnering: bij mijn opa en oma op Heksenberg naar Wiel Knipa luisteren op de radio. Op mijn zestiende ben ik naar Limburg verhuisd. Ondertussen woon ik hier langer dan in Zeeland, spreek ik dialect en ben ik helemaal ingeburgerd.”
Hoe ga je heersen over ‘t Breuker Narreriek?
„Op de eerste plaats samen met mijn vrouw en kinderen. Daarnaast vind ik het belangrijk dat alle verenigingen zich betrokken voelen dit carnavalsseizoen. Carnaval vieren doe je met z’n allen.”
Wat doe je het liefst in je vrije tijd?
„Creatief bezig zijn met mijn carnavalsgroep de Breuker Neutjes. Liedjes schrijven, zingen, voorbereiden op een nieuw seizoen. En ik ga graag naar de wedstrijden van Roda met vrienden.”
Dacht je lang na over het voorstel?
„Stiekem wist ik het antwoord al, maar ik wilde toch thuis overleggen. Mijn vriendin wist dat dit een langgekoesterde droom is, dus mijn antwoord was al snel ‘ja’. Ik hoopte al een tijdje dat de vraag ooit zou komen, maar toch had ik het niet verwacht.”
Zit er carnavalsbloed in de familie?
„Absoluut. Die liefde voor carnaval geef ik door aan mijn dochters. Fleur (5) en Ninou (2) lopen ook mee tijdens de optocht met de Breuker Neutjes. De jongste krijgt er nog niet veel van mee, maar Fleur vindt het hartstikke leuk dat haar vader prins carnaval is. De dag na de proclamatie vroeg ze me ‘s ochtends: ‘papa, wanneer doe je dat pak nou eigenlijk aan?’”