Team Broekland College neemt het in finale jeugddebat op tegen Mark Rutte

Haris Sipovic, Romy Marell, Nina Vigliaroni en Martijn Baas (vlnr) gaan in april 2020 in debat met Tweede Kamerleden. © Peter Trompetter

In discussie gaan met ervaren debaters als premier Mark Rutte, Geert Wilders, Jesse Klaver of Thierry Baudet? De leerlingen Haris Sipovic, Nina Vigliaroni, Romy Marell en Martijn Baas van het Broekland College uit Hoensbroek gaan ervoor in april 2020. Het viertal deed het tijdens het provinciaal jeugddebat in het gouvernement in Maastricht zo goed, dat het zich plaatste voor de nationale finale volgend jaar in de Tweede Kamer.

Hub Bertrand

„Dat hadden we totaal niet verwacht”, lacht Nina. „We moesten het opnemen tegen havo- en vwo-leerlingen waarvan sommige zelfs lid zijn van debatclubs. Als zij het woord namen kon je echt wel merken dat ze dit vaker hadden gedaan. Bijvoorbeeld aan de woorden die ze gebruikten of hoe ze hun beurt opeisten. Ze waren bloedfanatiek soms. We hebben ons echter niet laten intimideren, we zijn gewoon ons zelf gebleven en hebben duidelijk onze stem laten horen.”

Dienstplicht

Het debat in Maastricht werd gevoerd aan de hand van stellingen over het thema ‘maatschappelijke dienstplicht’. Vijftig leerlingen uit de hele provincie bereidden zich daar met hulp van een expert inhoudelijk op voor. „Eigenlijk sprak het onderwerp mij niet zo aan”, zegt Martijn. „Toch heb ik me er zo goed mogelijk in verdiept, want in zo’n discussie gaat het erom dat je feiten en argumenten op tafel legt. Dat je goed luistert en de ander jouw mening duidelijk uitlegt. Zelfs als het thema je niet zo interesseert of je er een andere mening op na houdt.”

Oma

Romy, die op school een training faalangstreductie volgde, deed mee omdat de vier een vriendengroepje vormden en er een hoop lol in hadden. „Bovendien kon je geen fouten maken, want een mening is nooit goed of fout. Die heb je of die heb je niet. Dat we naar de finale mogen? Ik ben er super trots op. Als mijn oma er maar niet bij is, want die is altijd zo enthousiast dat ze boven iedereen uitkomt als ze me aanmoedigt.”

Voor Martijn is het bereiken van de finaleronde een prima uitdaging om nieuwe ervaringen op te doen. „Je steekt er altijd iets van op en het is goed voor je ontwikkeling”, vindt hij. „De dag erna had ik in de klas een presentatie, die heb ik met meer vertrouwen gegeven. Dat we succes hadden in Maastricht heeft daar beslist een handje bij geholpen. Mijn zelfvertrouwen is er absoluut door gegroeid. In Den Haag kan ik er helaas niet bij zijn, dat is jammer.”

Zin in

Haris, die Martijn in de Tweede Kamer vervangt, bekent dat hij een tikkeltje gespannen was. „Vooral in het begin, toen was ik zenuwachtig. Mijn been begon te trillen en te bewegen, toen ik wat rustiger was ging dat gelukkig weer weg. Ik vond het een hele ervaring en sjiek om te doen. Vooral omdat we niet over ons hebben laten lopen en onze mening gaven. En ik verheug me op de weekendtrainingen die we de komende periode gaan doen. Ik heb er zin in!”

Docent Erik Molnar, de initiatiefnemer van deelname door het Broekland College aan het jeugddebat, is voorstander van presenteren en debatteren als werkvormen in het middelbaar onderwijs. „We doen dit al langer in diverse vakken. Het is belangrijk dat leerlingen op basis van feiten en argumenten hun mening leren geven. En natuurlijk ben ik hartstikke trots op dit team. Ze hebben het voortreffelijk gedaan.”