‘Kleinstedelijk denken op podia’

Bas Schoonderwoerd in het theater in Heerlen. © Roger Dohmen

In regio’s zoals Zuid-Limburg gaat veel subsidiegeld voor theaterkunst verloren aan kleinstedelijk denken en een slecht afgestemde programmering,

Peter Bruijns

Dat betoogde Bas Schoonderwoerd, directeur van het Parkstad Limburg Theater, zaterdagmiddag in zijn Drie Ringen-lezing. De theaters in Maastricht, Sittard-Geleen en Heerlen/Kerkrade hebben vergelijkbare podia en hun programmeringen vertonen grote gelijkenis. De theaters werken primair voor de eigen gemeente. Dat is jammer want ze zouden volgens Schoonderwoerd beter elkaar kunnen aanvullen, zoals in grote steden al wel gebruikelijk is. Dat is beter voor de eigen identiteit en dan schep je ruimte voor een veel diverser aanbod podiumkunsten. Gemeentebesturen zien volgens de theaterdirecteur onvoldoende in dat hun burgers mondialiseren en met gemak een half uurtje reizen voor een mooie voorstelling. Vrijblijvend samenwerken biedt weinig soelaas. Als de Zuid-Limburgse stedendriehoek beter - minder vrijblijvend - zou samenwerken aan een gevarieerde programmering zou deze regio het publiek veel beter kunnen bedienen. ,,Veel kunstsubsidiegeld gaat aan kleinstedelijk denken en handelen verloren, waarmee veel publiek zich onbediend weet en menig kunstenaar kansen mist.”

Anno 2020 heerst volgens Schoonderwoerd nog steeds ‘vrees’ voor elkaar tussen menig buurtheater. Terwijl samenwerking zou leiden tot meer keus voor bezoekers in titels en speeldata. „Het is welhaast onvoorstelbaar maar bij menig buurgemeente in het land spreken theaterdirecteuren van ‘landjepik’. Daarmee bedoelen ze dat het aanbod door een buurtheater gepikt is, terwijl juist veel aanbod aan hun regio’ voorbij gaat.” Volgens Schoonderwoerd wordt in Zuid-Limburg ten onrechte gesuggereerd dat de andere steden eropuit zouden zijn de in Maastricht gevestigde gezelschappen weg te willen kapen. Hij is er zeker van dat die steden dat niet nastreven en dat ze ook de kosten niet voor hun rekening willen nemen. Hij signaleert ook dat er weinig draagvlak is bij het theaterpersoneel om de krachten te bundelen. Dat kan volgens hem alleen maar gebaseerd zijn op vooroordelen.

Schoonderwoerd prijst zich gelukkig met de intensieve samenwerking van de theaters van Kerkrade en Heerlen. „Die leidde tot een grote toename van bezoekers en hoge inhoudelijke en artistieke waardering. Beide steden hebben een geheel eigen theaterinvulling en onderscheidende podia. De ruimte voor theatermakers en talentontwikkeling is toegenomen, terwijl de subsidie per bezoeker ernstig is afgenomen. Maar bovenal is het culturele klimaat in alle opzichten in waarde en aanzien verbeterd.”

De integrale lezing staat binnenkort op de site van De Drie Ringen.