‘Over smaak valt te twisten, over wansmaak niet’
© De Limburger
COLUMN - Arriva heeft ons op een van die boterzachte dagen van deze kwakkelwinter naar Arcen gebracht. Hoe halen we het in ons hoofd om buiten het seizoen het toeristenstadje te bezoeken?
Nescio dus, een bijna vergeten Nederlandse schrijver. Na de oorlog is hij hier enkele malen op vakantie geweest. Met zijn gezin verbleef hij in het Maashotel, dat lang geleden gesloopt is. De in telegramstijl opgetekende vakantieherinneringen staan in zijn Natuurdagboek. Ik heb lange tijd gedacht, dat ik de enige was die het had gelezen. Het bleek niet zo te zijn.
Nescio reist op dinsdagmiddag 11 mei 1948 vanuit Nijmegen naar Arcen: ‘meest mooie weg, in het Zuiden bezet met bloeiende kastanjes, zeer romantisch met stukken Maas hier en daar. Wolken pakten zich samen, onweer in de verte, onze bus had ook regen’. Rond half vier meldt hij zich in Arcen bij het Maashotel, waar hij een hoekkamer krijgt. ‘Naar het kasteeltje gewandeld en naar den watermolen, later het stadje in. Koffietafel om 6 uur. Daarna tot 9 uur over de Maas zitten kijken. Heerlijk weer na het onweer. Wolken.’ De kastanjes waarover Nescio rept, staan er nog steeds. Maar ze zijn helaas door ziekte aangetast, las ik vorig jaar.
Arcen lijkt op de winterdag van mijn bezoek uitgestorven, op een heer in scootmobiel na. Hij kijk mij hoogst verbaasd aan. Alsof ik een bewoner van een ander planeet ben die niet met de bus is gearriveerd, maar in een UFO. Ik groet hem beleefd. In navolging van Nescio in het Maashotel een kamersleutel overhandigd krijgen, kan niet meer. Zo’n vijfentwintig jaar geleden ging het karakteristieke etablissement bij de entree van het stadje tegen de vlakte. Het Maashotel had een ongekende aantrekkingskracht. De hotelkeuken was klassieker dan klassiek, het uitzicht over Mooder Maas onovertroffen. De sloop was een amputatie. Arcen treurde om het verlies. Wat er voor in de plaats kwam, was en is een bezoedeling. Over smaak valt te twisten, over wansmaak niet. Het appartementencomplex La Tour Meuse is een gedrocht. Een te groot uitgevallen gedrocht. Een van de bewoners staat op deze regenachtige dag buiten zijn auto te wassen. Maakt dit het nog erger of lijkt het maar? Gelukkig staan het kasteeltje en den watermolen er nog. Na restauratie in betere staat dan ten tijde van het bezoek van Nescio. In de watermolen worden jenevers en likeuren gestookt. Wat godzijdank ook onaangetast is gebleven in Arcen, is het grandioze uitzicht over de Maas.