Honderd jaar geleden werd burgemeester Damen aangesteld in Geleen

Burgemeester Damen (midden) met links naast hem zijn echtgenote. © Heemkundevereniging Geleen

Met de benoeming van burgemeester F.A.L.M. (Frans) Damen op 16 februari 1920 begon voor Geleen een nieuw tijdperk. Hij was geboren in Soerendonk op 2 januari 1888. Zijn huwelijk met M. Kreijkamp bleef kinderloos.

Ad Hoogenboom

De gedaanteverandering die Geleen met de opkomst van de staatsmijn Maurits onderging was revolutionair. Burgemeester Damen trof bij zijn ambtsaanvaarding een gemeente aan met drie dorpskernen: Oud-Geleen, Lutterade, Krawinkel. Deze kernen waren alleen te bereiken via landwegen die tussen de landerijen en boomgaarden waren gelegen. Verharde wegen waren er niet en als riolering fungeerde de Keutelbeek. De Rijksweg, doorsneed de gemeente van noord tot zuid, de spoorlijnen volgden in 1866 (Sittard-Maastricht) en in 1896 (Sittard-Heerlen).

Toekomstige hoofdplaats

In 1920 bedroeg het aantal inwoners 4356, verdeeld over twee parochies. Verder waren er twee kloosters, dat van de zustercongregatie Arme Dienstmaagden van Jezus Christus en dat van de paters Ongeschoeide Karmelieten.

De Staatsmijn Maurits was nog in aanbouw en de ontwikkeling van Geleen, als toekomstige hoofdplaats van de nieuwe mijnstreek, zou zich in snel tempo gaan voltrekken. Met dit alles in het vooruitzicht was het voor de nieuwe burgemeester duidelijk dat men ook op bestuurlijk vlak vooruit moest.

Nieuw gemeentehuis

Als huisvesting van het gemeentelijk apparaat fungeerde in 1920 het rechtergedeelte van de jongensschool aan de Jodenstraat (gebouwd in 1828, afgebroken in 1979). Spoedig na het aantreden van de nieuwe burgemeester verhuisde men van de jongensschool naar hotel ‘Prins Maurits’ aan de Wolfstraat en later naar het in 1919 gebouwde patronaat (Reüniegebouw) aan de Groenseijkerstraat.

Eén van de eerste daden van Damen was het doorzetten van de bouw van een nieuw gemeentehuis, midden in de velden tussen de drie dorpskernen. Op 11 november 1922 werd dit officieel geopend. Onder zijn leiding ontwikkelde Geleen zich tot een mijnstad met ruim 22.000 inwoners bij zijn overlijden op 24 juni 1951.