Al 40 jaar geen tijd om ziek te zijn

Riet Quaden in de ‘spreekkamer’ van haar makelaarskantoor. „Na de dood van mijn man heb ik alles intact gelaten. Zijn pakje sigaretten ligt er nog.” © Françoise Petersen

Een notaris had uitgezocht dat ze de eerste vrouwelijke makelaar van Nederland was. Riet Quaden (70) stapte in 1980 in het vak en staat nog steeds elke ochtend te trappelen om de laptop aan te zetten. „Ik wil zelf de advertentieteksten maken. Heldere informatie, dat geef ik niet uit handen.”

Sjak Planthof

Riet Quaden en haar man Nico hadden eind jaren zeventig beiden een drukke baan. Hij als makelaar in Geleen, zij verdeelde haar werk tussen DSM en het hotel van de schoonouders, Skol in Geleen. „We zagen elkaar alleen in bed.”

Ze begonnen samen een kantoor aan huis in Munstergeleen. „Eerst in de slaapkamer, letterlijk op de rand van het bed.” Riet deed administratie en taxaties en schilderde de reclameborden voor Nico Quaden Makelaardij. „Het liep meteen als een trein.” Toen haar man een jaar later even ziek was, kwam Riet in de buitendienst terecht. „Ik ben er nooit meer uit weggegaan.” Zelf zegt ze nooit ziek te zijn geweest. „Heb ik geen tijd voor.”

Het was crisis begin jaren tachtig. „Maar wij waren altijd actief. Als je stil zit, doe je iets verkeerd. Ik volgde een opleiding tot makelaar en voedde twee jonge kinderen op. We maakten lange dagen.” Achttien uur in touw is geen uitzondering, zegt ze.

Riet wordt gedreven door het verhaal en de mens achter iedere woning. „Je voelt de sfeer die er in huizen hangt, leed, geluk. Ik wil altijd mensen helpen. Vanochtend heb ik nog een flatje geregeld voor iemand die in nood zat.” Ze regelt veel zaken handsfree vanuit haar auto. „Vorige week heb ik nog drie tanks leeg gereden.”

Riet ziet de levensloop van klanten aan de hand van hun huizen. „Een man heeft al zeven keer bij me gekocht. Het begon met een flatje. Toen ging hij trouwen en kwam de tussenwoning. Met kinderen erbij ging het van half vrijstaand naar herenhuis en vrijstaand. En nu een levensloop bestendige bungalow.”

Toen haar man Nico in 2004 overleed, stond ze er niet alleen voor. De oudste zoon draaide sinds 1990 mee en er was personeel. Vlak voor zijn dood gaf haar man een advies. „Hij zei: ‘zoek straks een nieuwe vriend. Ik weet wel iemand.’ Dat was een klasgenoot.” Drie jaar later kwam de klik en hielp haar nieuwe levenspartner mee in de zaak. „Met hem ben ik meer uitstapjes gaan doen. Dat vergaten mijn man en ik al die jaren, door de drukte.”

Gevraagd naar de succesfactor in haar werk zegt ze resoluut: „Het praatje met de mensen. Daar steek ik veel tijd en aandacht in.”

Ze zegt verzakelijking in de makelaardij met lede ogen aan te zien. „Er is ook een sociale kant, die zie ik steeds minder.” Eén van haar kleinkinderen wil in de zaak komen werken. „Die wil ik goed begeleiden. Hij is uit het goede hout gesneden. Niet meteen een dikke auto willen.”