‘Wij zijn hier nu bijeen om ons te amuseren, wij denken aan geen chagrijn…’
© De Limburger
COLUMN - Aanstaande zondag is het weer zover. Om elf over drie heeft Groot Maastricht een nieuwe prins carnaval. Sneller dan het licht wordt de groeten oonbekinde een grote bekende, die zich mag scharen in een illuster rijtje. Bèr Retrae, They Bovens, Bèr Essers, Jan Janssen, Maurice Olivers, Odin Wijnhoven, om er maar een paar te noemen - wie zou daar niet bij willen staan?
In het eerste van MVV spelen, de burgemeesterskamer rechtsachter op het stadhuis betrekken, maar de mooiste droom is toch prins carnaval worden. Tijdens oud en nieuw verzuchten mensen over de hele wereld en in alle talen: “Goh, is alweer een heel jaar voorbij?” In Maastricht doen ze het pas op de zondag dat de stadsprins wordt uitgeroepen. We staan op de Markt, we ‘bekijken ons ondereen’ en mompelen: “Alweer een jaar, hè…” Vaak volstaat een wederzijds knikje om het besef te delen.
‘Wij zijn hier nu bijeen om ons te amuseren, wij denken aan geen chagrijn…’ Dat ‘bijeen’ duurt nooit lang, zelfs niet als de zon klatert. Voordat de klok vier keer slaat is de menigte in alle windrichtingen vertrokken. Naar ’t Haantje, de Vreede, ’t Rozenhoedje, Hallo Mestreeg. En waarom zouden we eigenlijk niet doorlopen tot de Karkol of de Struys? Ik vertel het je nóg sterker: wij trekken de brug over! Die laatste groep mist dan de ongekende sensatie van de verse prins die langstrekt. Gauw! Gauw naar buiten! Het schijnt dat de prins eraan komt! Hij is gesignaleerd op de Kersenmarkt! En jawel, daar is hij! Hoog tempo in de benen, hoog tempo in de scepter. Vrouwen breken door het kordon rondom de aanstaande driedaagse sleuteldrager om hem op beide bloswangen te smakken. Mannen volgen om hem een lage hand te schudden, met een blik van: ‘Ik weet hoe je je voelt, kameraad, want ik ben zelf ook bijna prins geweest.’
Tegen acht uur beginnen de cafés uit te dunnen. “Mooi geweest, jong. Morgen naar de baas.” Of, assertiever: “Ik ben de weg af. Er zijn ook nog lui die werken.” De volgende morgen, bij het koffieapparaat, staan ze in hun papieren beker te staren. Wat een voorproefje was dat weer! Maar moeten we nu echt een hele maand wachten? In de bijbel, Openbaring, hoofdstuk 4, wordt Johannes via een deur alvast een blik op de hemel gegund. Geen andere levende ziel kan hem dat nazeggen. Zo voelt ook de Maastrichtenaar zich die naar het uitroepen van de prins is geweest. Bevoorrecht. Maar noondepie, wat duurt het nu nog extra lang!