Rijden in dichte mist: met deze tips ga je voorbereid op pad

© ANP

Als het (net zoals de afgelopen dagen regelmatig het geval was) mistig is, is het oppassen geblazen in de auto. Met deze tips ga je voorbereid op weg.

Erik Kouwenhoven

Mist wordt ook wel een ‘wolk op de grond’ genoemd. Het gaat hierbij om minuscule waterdruppels die door de lucht zweven en het zicht beperken. Door de afkoeling van koude lucht en het mengen van koude en warme lucht kan er mist ontstaan. Meteorologen spreken pas van mist als je minder dan een kilometer ver kunt kijken. In Nederland hebben we gemiddeld tussen de 40 en 90 mistdagen per jaar.

De afgelopen 30 jaar is het aantal dagen met mist en nevel in grote delen van Europa gehalveerd, aldus het KNMI. Waarschijnlijk komt dat doordat de lucht sinds de jaren tachtig schoner is geworden. Hoe viezer de lucht is, hoe makkelijker kleine waterdruppels zich in de lucht vormen. Dat bleek bijvoorbeeld tijdens oud en nieuw. Wanneer het zicht minder is dan 200 meter, is er sprake van dichte mist. Bij minder dan 50 meter zicht wordt gesproken van zeer dichte mist.

Tips en trucs voor veilig rijden in de mist:

• Bij een zicht van minder dan 200 meter bij mist, regen of sneeuw, moet je de mistlampen aan de voorkant van de auto gebruiken. Zodra het zicht aanzienlijk verbetert, moeten ze meteen uitgezet worden, omdat ze medeweggebruikers kunnen verblinden.

• Zet niet je groot licht aan. Het is niet verboden, maar groot licht wordt verspreid en gereflecteerd door de waterdruppels in de mist, waardoor je minder ziet.

• Mistachterlichten mogen alleen gebruikt worden wanneer het zicht minder dan 50 meter is door zware sneeuw of mist. Een handige truc om in te schatten hoeveel je ziet, is door naar de hectometerpaaltjes langs de weg te kijken. Die staan precies 100 meter uit elkaar.

• Let op: het gebruik van mistachterlichten is bij hevige regenval verboden, omdat de reflectie achterliggers zou kunnen verblinden.

• Pas op voor het ‘aanzuigeffect’. Mensen hebben de neiging om in de mist steeds sneller te rijden om hun voorligger te kunnen blijven zien bij gebrek aan referentiepunten. Dat kan voor gevaarlijke situaties zorgen.

• Let ook op met automatische koplampverlichting. De lampen gaan dan door een sensor automatisch aan wanneer het donker wordt, maar dat is bij mistvorming niet altijd het geval.

• Wees geduldig tijdens het rijden in mistig weer. Rem langzaam om andere voertuigen de kans te geven om te reageren. Kettingbotsingen ontstaan vaak doordat mensen bij het inrijden van een mistbank te abrupt afremmen.

• Maak de autoruiten schoon. Vieze autoruiten zorgen voor minder zicht en dus is het verstandig om de autoruiten goed schoon te maken, ook aan de binnenzijde. Hierdoor verlaag je de kans op condensvorming aan de binnenzijde, die het zicht verder kan verminderen. Veeg tijdens het rijden met de ruitenwissers de kleine waterdruppels op de ruiten weg.

• Auto’s met zogenoemde adaptieve cruisecontrol zijn voorzien van radar. Deze meet, door de mist heen, wat de afstand is tot de auto voor je en remt wanneer daar reden voor is. De apparatuur wordt niet gehinderd door mist en kan weliswaar niet worden gebruikt als leidraad, maar wel als extra hulp om veilig door de mist te rijden.

• Het Belgische Verkeersinstituut Vias raadt aan om het bestuurdersraam tijdelijk te openen, zodat beter ingeschat kan worden hoe dik de mist is. Tevens wordt zo condensvorming op de ramen voorkomen.

• Vertrek op tijd. Rijkswaterstaat houdt vanuit verkeerscentrales de spitsstroken met camera’s in de gaten. Als er een ongeval is, kan de dienst de spitsstrook snel sluiten. Bij mist en sneeuwval kunnen medewerkers vaak zo weinig zien, dat ze uit veiligheidsoverwegingen de spitsstroken dichthouden. Dat kan leiden tot extra files en vertragingen.