Vier ‘musketiers’ van Kerkrade: Eén voor allen, allen voor één
Sjtadsprins Tim I (links) met zijn prinsenvrienden Jordy, Max en Jorn. — © Peter Trompetter
Ze konden het zich nauwelijks voorstellen, toch is voor het kwartet gezworen kameraden rond Stadsprins Tim I Plummen (29) een onmogelijk geachte droom werkelijkheid geworden. Met Tims proclamatie op 5 januari vormen de oud-prinsen Jorn I Ballas, Max II Charlier en Jordy I Pöttgens sinds die gedenkwaardige zondag een select majesteitelijk gezelschap.
Vier vrienden, vier (oud-) prinsen. Vier ‘musketiers’ die vanaf hun geboorte samen opgroeien en lief en leed delen in hun leef Kirchroa. Hoe mooi kan een carnavalsleven zijn? „Mooier dan dit waarschijnlijk niet meer”, lacht Tim Plummen. „Ik zeg geen woord teveel wanneer ik beweer dat voor ieder van ons een wens uitkwam. Stadsprins worden is waar iedere jongen in Kerkrade van droomt. Dat wij dit mogen meemaken? Ik kom woorden te kort. Daarnaast is het super om te zien hoe trots onze gezamenlijke ouders en families zijn met mijn proclamatie.”
Herezietsóng
Die vier prinselijke families staan aan de basis van de vriendschap van Tim, Jorn, Max en Jordy. „Onze ouders kunnen het goed met elkaar vinden en trekken veel met elkaar op. We hebben daardoor als kwajongens altijd met elkaar gespeeld”, blikken ze terug. „Geravot, toneel gespeeld, naar school gegaan, achter de meisjes aangezeten. En één van onze populairste spelletjes in carnavalstijd was het uitroepen van de prins. Dat alleen al is in dit licht bezien bijzonder.”
Waar het viertal zich speciaal op verheugt is de herezietsóng in de Rodahal enkele dagen voordat de rood-witte bonte storm losbarst. „We hebben die zondag een tafel met onze vaders om samen te genieten van een heerlijke middag. Nu al weten we dat dit één van de absolute hoogtepunten wordt.” En carnaval zelf natuurlijk. Met het kindercarnaval en scholenbezoek, de sleuteloverdracht en het bezoek van de Blauw Sjuut of het klonetrekke.” Of ze een gouden tip voor Tim hebben? „Nee hoor, hij heeft óns”, lachen ze hartelijk. „Maar zonder gekheid: hij moet zichzelf goed verzorgen, geen gekke dingen doen, gezond eten en drinken, zichzelf zijn. Dan komt alles vanzelf goed.”