Amnesty: wet seks tegen de wil beschermt slachtoffers onvoldoende
Verkrachters krijgen vaak relatief lage straffen. — © Mark Reijntjens
De nieuwe wet die seks tegen de wil strafbaar moet maken, biedt slachtoffers onvoldoende bescherming. De Nederlandse wet en rechtspraak zijn in strijd met mensenrechtenverdragen. Dat concludeert Amnesty International na een analyse van tientallen verkrachtingszaken.
Met de nieuwe wet wil minister Ferd Grapperhaus (Veiligheid en Justitie) ‘seks tegen de wil’ ook strafbaar stellen, maar van verkrachting is pas sprake bij dwang of geweld. Amnesty International juicht het strafbaar stellen van ongewenste seks toe, maar constateert ook dat de wet suggereert dat dit delict minder erg is, omdat de strafmaat slechts de helft is ten opzichte van verkrachting.
,,Er mag geen hiërarchie zijn van verkrachtingen’’, zegt Martine Goeman, hoofd gender-programma bij Amnesty Nederland. ,,Het verkrachtingsdelict moet gebaseerd zijn op een gebrek aan instemming in plaats van dwang en geweld. Het zou een gemiste kans zijn om de wet niet in één keer goed aan te passen.’’
Elke seksuele vorm van vaginale, anale of orale penetratie van het lichaam zonder instemming is volgens internationale mensenrechtenverdragen ‘verkrachting’. Amnesty vindt dat dat ook in de huidige en nieuwe wet in Nederland het uitgangspunt moet zijn.
Verstijfd van angst
,,Wanneer iemand verstijft van angst of om andere redenen geen instemming kan geven, kun je het lichaam van iemand niet toe-eigenen en daar seks mee hebben”, zegt Goeman. ,,Dan is het verkrachting en geen ‘seks tegen iemands wil’.’’
Volgens de huidige zedenwetgeving kan een verdachte voor verkrachting veroordeeld worden als sprake is van dwang of geweld. Slachtoffers die zich niet kunnen verzetten, bijvoorbeeld omdat ze gedrogeerd of dronken zijn of verstijven, zijn vaak kansloos voor een rechter.
Amnesty vreest dat rechters ook onder de nieuwe wet verdachten nooit zwaar zullen straffen. Die conclusie trekt de mensenrechtenorganisatie na bestudering van de uitspraken van gerechtshoven en rechtbanken in 72 verkrachtingszaken en een uitleg van de Hoge Raad.
Verzetten
Daaruit blijkt dat rechters de definitie van verkrachting verschillend uitleggen en dat seks zonder instemming niet gestraft wordt als verkrachting. Slachtoffers moeten altijd aantonen dat het vrijwel onmogelijk was om zich te verzetten of weg te komen. Verdachten hoeven niet te verklaren of ze gekeken hebben of het slachtoffer wel wilde of in staat was dat aan te geven.
Deze leemte wordt door rechters in de praktijk niet gerepareerd. In sommige zaken wordt wel gebrek aan instemming gesignaleerd, maar op grond van de wet is dat onvoldoende voor een veroordeling wegens verkrachting.
Wet aanpassen
Goeman: ,,Rechters kunnen niet repareren dat het verkrachtingsdelict momenteel is gebaseerd op bewijs voor dwang. Zelfs als rechters verkrachting breed willen uitleggen, moeten zij in de bewezenverklaring nog altijd invulling geven aan dit bestanddeel. Het is aan de wetgever om de wet aan te passen. Dat kan de rechter niet doen.’’
Uit recent onderzoek in opdracht van Amnesty International blijkt dat bijna één op de vijf vrouwen en drie procent van de mannen wel eens seks zonder instemming heeft gehad. Driekwart van de Nederlanders vindt dat dit per definitie als verkrachting moet worden beschouwd.