Kunstwereld opgeschrikt door ‘Nederlandse Harvey Weinstein’: aanranding, verkrachting en bedreiging
Minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en de Utrechtse burgemeester Jan van Zanen bij de start van de campagne tegen vrouwengeweld op de internationale Dag tegen Vrouwengeweld, op 25 november vorig jaar. — © ANP
Justitie is een onderzoek begonnen tegen een beeldend kunstenaar (34) uit Amsterdam. De in de kunstwereld bekende dertiger zou zich jarenlang hebben schuldig gemaakt aan aanranding, verkrachting, bedreiging, diefstal, intimidatie, geweld en stalking, meldt NRC Handelsblad. Volgens de krant zijn er minstens 20 mannelijke en vrouwelijke slachtoffers.
De vermeende feiten, vaak onder invloed van alcohol en drugs, beslaan een periode van minstens 14 jaar, vanaf de middelbare schooltijd van de beschuldigde tot dit jaar. Ze zouden vooral hebben plaatsgevonden in Den Haag en Amsterdam. Er liggen ‘zeker vijf aangiftes en meerdere meldingen’ bij de politie in meerdere steden. NRC sprak naar eigen zeggen vier vrouwen die bij de politie verklaarden slachtoffer te zijn geworden van verkrachting, aanranding, huiselijk geweld, intimidatie en/of stalking.
Bij de krant zijn daarnaast negen beschuldigingen bekend van aanranding en, soms stelselmatige, intimidatie en/of geweldpleging. Eén vrouw, bij wie de kunstenaar introk, vertelde dat ze twee jaar lang bijna wekelijks werd geslagen of geschopt. Een andere vrouw verklaarde dat hij haar zonder aanleiding in een donkere kamer tegen de muur duwde, in haar kruis greep en probeerde zijn vingers naar binnen te duwen. NRC sprak daarnaast nog een aantal mensen die zeiden slachtoffer te zijn maar de krant kon voor hun verhalen niet voldoende bewijs vinden om ze te publiceren.
NRC sprak in totaal met 80 betrokkenen. Vrijwel alle slachtoffers en getuigen spraken op voorwaarde van anonimiteit, uit angst voor represailles maar hun namen zijn wel bekend bij de krant. Een aantal mensen was te bang om mee te werken. Degenen die wél praatten, deden dat om het wangedrag naar buiten te brengen maar ook om de volgens hen ‘lakse’ opstelling van instituten, academies en galeries te hekelen. Die zouden wel gewaarschuwd zijn, maar hebben weggekeken of er geen raad mee hebben geweten. „Ook de politie, waar vanaf 2013 meldingen liggen, stelde tot deze zomer geen onderzoek in’’, aldus de krant.
Het kan volgens NRC verklaren hoe het mogelijk is dat de kunstenaar al veertien jaar slachtoffers maakte voordat in april 2019 de eerste, bij de krant bekende, aangifte werd gedaan. ‘Iedereen in de kunstwereld in Den Haag’ is op de hoogte van het wangedrag, verklaarden veel getuigen tegenover de krant. Desondanks organiseerden kunstinstellingen tentoonstellingen met hem
De kunstenaar in kwestie wilde volgens NRC geen vragen beantwoorden en noemt het onderzoek „een heksenjacht”. Zijn advocaat wilde evenmin meewerken. Het Openbaar Ministerie liet volgens de krant weten een onderzoek te zijn begonnen maar wilde niet reageren op vragen over ontmoediging van het doen van aangifte door slachtoffers van seksueel geweld.