Ik had het hier vorige week over mijn broer. Hij volgt de coronaregels strikter dan een bergmonnik de voorschriften van de Heilige Benedictus. Al voor zeven uur staat hij op de stoep bij Albert Heijn om de eerste te zijn bij het ouderenuurtje. Hij belde en zei dat ik nog even had moeten wachten met mijn stukje. Hoezo, vroeg ik. Wachten is niet de sterkste eigenschap van een columnist. „Wat me daar nu toch is overkomen”, begon hij zijn verhaal. Hij had zijn boodschappen en wilde gaan toen een al wat oudere winkelmevrouw naar hem toe kwam met een bloemetje. Voor u, had ze gezegd, omdat u altijd zo vriendelijk en voorkomend bent. Ze maakten het wel anders mee. Vaak voelden ze zich behandeld als voetveeg.
Column: Zo’n bloemetje van het winkelpersoneel is een hogere onderscheiding dan een lintje van Willem-Alexander
