Prostitutie met minderjarigen leidt nauwelijks tot vervolging; aanpak Valkenburgse zedenzaak werpt weinig vruchten af

 © Arnaud Nilwik

Sittard -

De strengere aanpak van prostitutie met minderjarigen, voortgekomen uit de zogeheten Valkenburgse zedenzaak in 2015, werpt weinig vruchten af. Momenteel worden amper nog tien klanten per jaar vervolgd.

Sjors van Beek

Dat blijkt uit cijfers die tv-programma EenVandaag heeft opgevraagd bij de Raad voor de Rechtspraak.

In 2015 trok de zedenzaak in Valkenburg veel aandacht. Pooier Armin A. liet de 16-jarige Kimberley vanuit een hotelkamer werken als prostituee. In het najaar van 2014 had ze zo’n vier à vijf klanten per dag. Haar klanten werden actief vervolgd en veroordeeld. Die aanpak, met celstraffen in plaats van taakstraffen, zou structureel worden, was toen het idee.

Lees ook: Sluiproute in Valkenburgse zedenzaak niet in strijd met de wet

In de praktijk komt daar maar weinig van terecht, constateert EenVandaag. Werden aanvankelijk, in 2015, nog tientallen klanten voor de rechter gebracht, in de jaren daarna daalde dat aantal weer aanzienlijk. In 2016 kwamen 32 zaken voor het hekje en werden 27 klanten veroordeeld. In 2020 waren dat nog maar zeventien zaken, met dertien veroordelingen als uitkomst.

‘Erg onzichtbaar’

Een woordvoerder van de Nationale Politie verklaart tegenover EenVandaag dat er niet een ‘eenduidige verklaring is te geven voor de daling’. Politiecapaciteit speelt een rol, maar ook het feit dat prostitutie met minderjarigen ‘erg onzichtbaar is’. Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld Tegen Kinderen, Herman Bolhaar, stelt dat minderjarige prostitutie ‘een groot probleem’ is en dat ‘de cijfers niet het juiste beeld geven van wat er werkelijk aan de hand is. Het zijn er veel meer’.

Lees ook: Tbs geëist tegen Armin A.: ‘Patroon van relaties met kwetsbare meisjes’