Historie spotten in Sarsven/De Banen
© Jeroen Kuit
Als je goed kijkt in het gebied Sarsven en De Banen, zou je zowaar de originele bewoners van dit natuurgebied kunnen terugvinden. Niet alleen de flora en de fauna die tijdens de steentijd daar floreerden hebben een terugkeer gemaakt. Dankzij een uitgekiende aanpak van landinrichting hebben het Sarsven en De Banen zich ontwikkeld tot een fraai natuurgebied.
Je zou het kijkgaatje in de boom makkelijk kunnen missen als je door De Banen wandelt. Maar het zit er niet voor niets: kijk je er doorheen, dan zie je een jager die op het punt staat een reuzenhert te doorboren. Het kunstobject, gemaakt van cortenstaal, is een verwijzing naar de archeologische vondsten die hier in de afgelopen decennia zijn gedaan. “De laatste bewoners van de nabij gelegen Philomenahoeve waren enthousiaste amateurarcheologen”, vertelt Jos Berends, districtsbeheerder Midden-Limburg van Stichting het Limburgs Landschap. “Zij hebben in de grond allerlei vuurstenen gevonden uit de Steentijd. Jagers bewerkten de vuurstenen tot onder meer handbijlen en pijlpunten, die ze gebruikten om herten, paarden, ganzen en andere dieren te doden.”
Het verleden tot leven gewekt
Aanvullend archeologisch onderzoek bevestigde dat het gebied Sarsven en De Banen in de Steentijd al bevolkt werd door jagers/verzamelaars. We hebben hier te maken met een uniek stukje Nederland, meent Jos. “De toenmalige bewoners waren nomaden. Ze trokken door het hele land, op zoek naar plekken waar ze voedsel konden vinden. Hier streken ze neer vanwege de vennen, die vol zaten met vis.” Die visvangst is een eindje verderop bij het Sarsven ook verbeeld in een groot cortenstalen object van twee vissers in een boot. Jos: “De kunstobjecten, bedoeld om de geschiedenis tot leven te wekken, waren een initiatief van Openluchtmuseum de Eynderhoof in Nederweert. Daar zijn nu de archeologische vondsten te zien.”
Verborgen geschiedenis
De historie van de 260 hectaren rond Sarsven en De Banen vormde de leidraad bij het natuurherstelproject dat hier is uitgevoerd. Het begon met de aankoop van het natuurgebied Sarsven in 1940 en daarna de aankoop van De Banen in de jaren zestig. “Uitgangspunt was, dat we niet zijn gaan graven op de hoogste delen”, legt Jos uit. “Die zogenaamde zandruggen aan de randen van het Sarsven wilden we behouden, omdat de jagers uit de steentijd daar oorspronkelijk hun nederzetting hadden. Dat wisten we door het archeologische onderzoek dat we hebben laten doen. Het was een flinke klus om het landschap terug te brengen in de originele staat. Maar het resultaat is er naar: de verborgen geschiedenis is weer zichtbaar, al moet je er wel een beetje je best voor doen.”
Plaggen, graven en slib weghalen
Tot ver in de negentiende eeuw heeft de natuur in dit deel van Limburg ongestoord zijn gang kunnen gaan. Sindsdien leidden ontginning en de aanleg van kanalen en beken ertoe dat het landschap veranderde. Na aankoop heeft Het Limburgs Landschap bedolven vennen weer leeggeschraapt en de oevers opgeschoond. Jos: “We hebben onder meer geplagd, gegraven en slib weggehaald. Zo heeft het natuurlijke landschap zich langzaam kunnen herstellen.”
© Jeroen Kuit
Terugkeer van flora en fauna
“Intussen”, vervolgt Jos “groeien hier weer de plantensoorten die we graag terug wilden hebben, zoals struikheide, de koekoeksbloem en gagelstruweel. Dat laatste is een vervanger van hop: vroeger maakten ze er bier van. Ook werd het gebruikt om matrassen mee te vullen, omdat het een natuurlijk afweermiddel vormde tegen luizen en ander ongedierte.” Nu de oorspronkelijke flora terug is, hebben ook veel dieren het gebied herontdekt. Jos wijst op de gaten in de grond waar graafwespen en graafbijen huizen. “’s Avonds hoor je de kikkers kwaken. En natuurlijk vind je hier allerlei vogels, zoals ganzen, reigers en op dit moment zelfs een kolonie lepelaars.”
Nu de oorspronkelijke flora terug is, hebben ook veel dieren het gebied herontdekt
Mooie wandelroutes en uitkijktoren
Het natuurherstel staat weliswaar voorop, maar de belevingswaarde van het landschap telt evenzeer mee. Daarom heeft Stichting het Limburgs Landschap (die dit jaar 90 jaar bestaat!) verschillende wandelroutes uitgestippeld, onder meer met als startpunt de Eynderhoof of dagcamping De Houtsberg. In de nattere gedeeltes zijn vlonders aangelegd en als er ijs ligt, kunnen schaatsliefhebbers terecht op De Banen. Het mooiste is misschien nog wel het uitzicht vanaf de houten uitkijktoren. Met de blik op de vennen en de inmiddels weer ‘volwassen’ natuur, komt het verhalenboek van het landschap door de eeuwen heen voor je ogen tot leven.