Oudste afbeelding van kasteel Weert voor het eerst na tachtig jaar weer in kleur te zien
De foto van het schilderij met het kasteel van Weert (rechtsboven) is dankzij grondig onderzoek nu waarheidsgetrouw ingekleurd. — © BACKEND Medienservices München
Een verloren schilderij is dankzij onderzoek en een zwart-witfoto weer in ere hersteld. De oudste afbeelding van het kasteel in Weert is na tachtig jaar weer op ware grootte en in kleur te zien.
Zou de oudste afbeelding van het kasteel in Weert nog bestaan? Is het schilderij echt in Berlijn gesneuveld of zou het wellicht geroofd en verborgen zijn? Met die ijdele hoop zijn Alfons Bruekers, Kaj Grichnik en Peter Korten in 2017 aan de slag gegaan. Belangrijk werk voor de amateurhistorici; van het kasteel resteert sinds de verwoesting in 1702 alleen nog de poort, maar het gebouw symboliseert het ontstaan van Weert als stad. Naar de resten wordt nog gegraven, het enige schilderij ervan blijkt in 1945 verbrand. „Alle hoop was meteen weg toen de conservator ons vertelde dat alleen twee vazen in de asresten zijn teruggevonden”, vertelt Grichnik, die met Korten het museum in Berlijn bezocht waar het werk anderhalve eeuw was. Wel vonden ze een oude foto van het werk in een museumzaal.
Een zaal van het Keizer Frederikmuseum in Berlijn, eind 19de eeuw. Rechts in het midden is nog net een randje van de memorietafel van Weert te zien. — © Staatliche Museen zu Berlin
Bunker
Het schilderij in kwestie is een zogenoemde memorietafel, die in opdracht van graaf Jacob I van Horne is geschilderd om zijn in 1461 overleden vrouw Johanna van Meurs te herdenken. Het hele gezin Van Horne, inclusief twee al overleden zoons (met kruis in hun hand), heeft de Vlaamse kunstenaar Rogier van der Weyden afgebeeld. Maar vooral ook het stamslot van de graaf in Horn én het dan net voltooide kasteel in Weert. Het werk moet zo’n tien jaar na het overlijden van de gravin in het klooster van Nunhem zijn opgehangen, waar zij ook begraven is. In 1861 is het werk door het Keizer Frederikmuseum (nu Bode-museum) in Berlijn aangekocht, van waaruit het in 1940 in een bunker is gestopt. De kunstschatten in die bunker – behalve de memorietafel ook werk van Rubens en Frans Hals – hebben de oorlog overleefd, maar zijn in mei 1945 verbrand terwijl Sovjetsoldaten de boel bewaakten.
Bijvangst
Het dode spoor in Berlijn doet het drietal besluiten de foto van het schilderij te laten inkleuren. Geldschieter en kostenplaatje houden ze geheim. Grichnik: „Geen goedkope fotoshop in elk geval, maar pixel voor pixel is de zwart-witfoto ingekleurd. Een klus waar bijna honderd uur aan is gewerkt en waarbij we veel hulp kregen van kunsthistoricus Lorne Campbell uit Londen, kenner van het werk van Rogier Van der Weyden. Hij attendeerde ons op een museumcatalogus uit 1911 waarin de kleuren van de memorietafel uitgebreid beschreven stonden, een mooie bijvangst van ons project. De kleur blauw van de lucht zou anders giswerk zijn geweest.”
Op ware grootte (87 bij 94 cm) is het werk nu in kleur afgedrukt. Wat Bruekers, Grichnik en Korten betreft zou museum W een mooie plek zijn om het op te hangen, of hufterproof buiten bij de resten van de kasteelpoort. Bruekers: „In elk geval worden feitjes en vermoedens nu een congruent verhaal en kunnen we straks ons onderzoek koppelen aan de resultaten van de archeologische opgravingen bij het kasteel.”