Nederland vraagt om Europese erkenning voor Limburgse vlaai

Een typisch Limburgse vlaai met vulling. © Stefan Koopmans

Nederland vraagt voor Limburgse vlaai een officiële streekproducterkenning aan bij de Europese Unie. Of, zoals het officieel heet, ‘een registratie van een beschermde geografische aanduiding’. Nederland doet de aanvraag voor Nederlands- en Belgisch-Limburg.

Redactie WijLimburg, Lieke Rijkx

Limburgse vlaai is een begrip in zowel Belgisch- als Nederlands-Limburg. Het gaat om een traditie die zeker tot de twaalfde eeuw teruggaat. Volgens de aanvraag, vermeld in de Staatscourant, is de Limburgse vlaai ‘een verse goudbruin gebakken ronde taart met een diameter van minimum 10 cm en maximum 30 cm’.

Dagvers product

In de aanvraag voor de officiële erkenning als streekproduct staat alles over de samenstelling van de Limburgse vlaai, zoals het gebruik van de fruitvulling. Dat kan vers, gedroogd of ingeblikt fruit zijn, zonder dat er aan de herkomst van het fruit een Limburgse eis is verbonden. ‘De Limburgse vlaai bestaat uit een bodem, vulling en eventueel een toplaag. De bodem van de Limburgse vlaai is een gistdeeg, deze wordt gevuld met fruit, rijstpap, crème, griesmeelpap, verse kaas, suiker/ei-vulling of een combinatie hiervan.’ Een van de eisen is dat Limburgse vlaai een dagvers product is dat niet mag worden ingevroren na het bakken. Het fruit mag overigens wel diepgevroren zijn geweest.

Eerdere poging

Al in 2016 zetten vier Limburgse bakkers – Marcel Roubroeks (Sittard), Thijs Broekmans (Panningen), Frans Voncken (Heerlen) en Frank van Eerd (Maastricht) – stappen om de Limburgse vlaai erkend te krijgen. Toen was de verwachting dat die erkenning drie jaar zou duren. Dat streven is dus niet gehaald. Het uiteindelijke besluit ligt bij de Europese Commissie.