Onderzoeksraad: Nederland was niet goed voorbereid op crisis, voor ouderen te weinig oog

 © ANP

Nederland was niet goed voorbereid op een langdurige, landelijke gezondheidscrisis. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een woensdag verschenen rapport over de eerste zes maanden van de coronacrisis.

Redactie

Ook had de overheid aan het begin van de coronacrisis te weinig aandacht voor de bescherming van kwetsbare ouderen in verpleeghuizen. In de verpleeghuizen voltrok zich een „stille ramp.”

De raad schrijft dat geluiden vanuit de instellingen „onvoldoende doorkwamen”, met ernstige gevolgen. „Zo waren in het begin de beschermingsmiddelen vooral voor ziekenhuizen en de acute zorg beschikbaar en niet voor de verpleeghuizen.” Het gaat hier bijvoorbeeld om mondkapjes.

Toen eenmaal duidelijk werd hoe ernstig de situatie was, stelde het kabinet op verzoek van de sector een bezoekverbod in. „Dit had een grote sociale en psychische impact, door eenzaamheid en doordat familieleden bijvoorbeeld niet altijd afscheid konden nemen van hun naasten”, aldus de OVV.

Te weinig oog effecten eenzaamheid

Verbeteringen van de crisisaanpak zijn noodzakelijk, aldus de OVV. „Er is veel ruimte voor verbetering”, zei OVV-voorzitter Jeroen Dijsselbloem. Nederland bleek kwetsbaar, volgens hem. Bij de aanpak van de corona-uitbraak heeft het kabinet te weinig gekeken naar de maatschappelijke gevolgen van de maatregelen. Die waren „ondergeschikt aan het onder controle krijgen van het virus”, constateert de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Volgens de Raad had de overheid „geen passend antwoord op het toenemend ongenoegen over maatschappelijke thema’s als oplopende leerachterstanden, toenemende eenzaamheid, knellende grondrechten, uitgestelde zorg en afgenomen kwaliteit van leven in zorgcentra.” Die gevolgen zorgden ervoor dat de maatregelen langzaam maar zeker minder steun kregen.

In het eerste deelrapport van de Onderzoeksraad is de periode maart 2020 tot september 2020, dus het begin van de pandemie voor Nederland, onder de loep genomen.

Leren improviseren

Meer scenario’s uitwerken, beter leren improviseren en kwetsbare groepen snel identificeren. Het is een greep uit de maatregelen die de overheid volgens de OVV kan nemen om beter voorbereid te zijn op een volgende „maatschappij-ontwrichtende crisis.”

De raad stelt in haar rapport over de corona-uitbraak in Nederland dat „enige terughoudendheid” vereist is, aangezien de crisis nog niet voorbij is en vervolgonderzoek nog loopt. Toch zien de onderzoekers al diverse mogelijkheden om de omgang met langdurige crises te verbeteren. Alle aanbevelingen hierover zijn gericht aan het kabinet.

Het omgaan met onzekerheden is een belangrijk overkoepelend punt. In de eerste plaats raadt de OVV het kabinet aan de voorbereiding op crises te versterken „door scenario’s uit te werken met de denkbare consequenties en de wijze waarop deze het hoofd geboden kunnen worden.” De volgende stap is het bepalen van de „status van paraatheid.”

Improvisatievaardigheden kan de overheid bijvoorbeeld ontwikkelen door te oefenen. Ook het gebruik van data moet in adviezen en besluiten worden betrokken. „Zorg daarmee voor een zo goed mogelijk actueel beeld van het verloop van de crisis en inzicht in de uitvoering en effectiviteit van de maatregelen.”

De OVV vindt dat de minister van Volksgezondheid tijdens gezondheidscrises meer bevoegdheden moet krijgen om problemen „effectief te kunnen aanpakken.” Deze minister moet „rechtstreeks bindende aanwijzingen” kunnen geven.

Ook de advisering moet beter, vindt de raad. Die raadt aan om naast de advisering voor de korte termijn „parallel en afzonderlijk” ook te regelen dat adviezen voor de lange termijn worden gegeven.

Van Dissel

Ook concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat het Outbreak Management Team en het kabinet vooral oog hadden voor het bestrijden van het coronavirus. Dat perspectief bleef dominant en dat komt doordat RIVM-baas Jaap van Dissel „in vrijwel alle crisisteams aanwezig was”, concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Volgens de raad maakte „de dominantie van dit perspectief het moeilijker voor adviseurs en besluitvormers om breder te kijken dan het thema infectieziekten.”

Van Dissel is voorzitter van het Outbreak Management Team, dat het kabinet de afgelopen twee jaar heeft geadviseerd over de aanpak van het coronavirus. Hij is directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Daarnaast is hij hoogleraar infectiezieken bij het universitair ziekenhuis LUMC in Leiden.

Lees ook: De Jonge: OVV keek te weinig naar samenhang coronamaatregelen