Van nul tot nu Beek: Korfbal gekleed in lange zwarte rok en zwarte directoire

De dames mochten alleen in ‘passende kleding’ korfballen. © archief Heemkundevereniging Beek

Beek -

Het Aloysius-patronaat in Beek werd in 1910 geopend. De parochiegeestelijken organiseerden er activiteiten voor jeugd, maar ook voor volwassenen. In de jaren dertig van de vorige eeuw liep de belangstelling voor de activiteiten in het patronaat terug. De jeugd had meer mogelijkheden: bezoeken van de cinema en dansen in cafés. De parochie zag in dat er nieuwe impulsen moesten komen.

Paul Mennens - Heemkundevereniging Beek

Het patronaat werd verbouwd en men kreeg te maken met een nieuwe werkwijze van de katholieke jeugdverenigingen, die niet meer zo de ‘praat-activiteiten’ promootten, maar de ‘doe-activiteiten’. De Katholieke Jeugdvereniging (KJV) in Beek kende drie afdelingen, namelijk de Katholieke Jonge Meisjes, de Jonge Wacht (voor jongens) en de ‘Jonge Werkman’. Een van de voornaamste regels binnen de KJV was: ‘Rein in woord, daad en gedachten’. De afdeling van de Katholieke Jonge Meisjes hebben aan de basis gestaan van handbalvereniging Caesar en het gidsenwerk (nu Scouting) te Beek.

Tweede Wereldoorlog

Door de maatregelen van de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog stonden de activiteiten van de meeste verenigingen in Beek, ook van de KJV, op een laag pitje. De jeugd zocht zijn vertier meer in sport, wat niet verboden was. Zo ontstond tijdens de bezetting naast de voetbalvereniging Caesar ook de afdelingen atletiek (‘41), korfbal (‘42) en handbal (‘44).

Korfbal

Mien Maassen en Anthoinette Budé waren leidsters van de KJV. Beiden wilden eind 1942 de sportactiviteiten uitbreiden en namen het initiatief tot het oprichten van een korfbalclub. Budé, die de sportacademie in Den Bosch had bezocht, wilde de groep gaan trainen. Op zoek naar een accommodatie was er maar één keus in Beek: het sportveld ‘De Kamp’. Men was wel verplicht om zich aan te sluiten bij RKSV Caesar en ook onder die naam te spelen.

Buitengewone leden

Het hoofdbestuur van Caesar besloot op 7 mei 1943 dat er een nieuwe afdeling kwam voor de beoefening van korfbalsport voor dames. De afdeling kreeg geen vertegenwoordiging in het bestuur der vereniging, de damesleden werden beschouwd als buitengewone leden en hadden geen stemrecht en geen toegang tot de algemene vergadering. De pastoor van Beek was van mening dat de dames korfbal enkel als spel moesten beschouwen en niet, door het spelen van wedstrijden tegen andere verenigingen, hieraan het karakter van sport zouden geven. Bovendien konden de dames dan niet zondagmiddag de vesperviering in de kerk bezoeken.

Kledingeisen

Hoewel men onder de naam Caesar speelde, mochten niet de roomwitte clubkleuren gedragen worden. De geestelijke overheid stelde haar kledingeisen: wit gesloten shirt met lange mouwen, zwarte kousen tot aan de knieën, zwarte rok tot over de knieën en zwarte directoire (nauwsluitende damesonderbroek met elastieken band).

Na de bevrijding in september 1944 werd direct van korfbal overgeschakeld op handbal. Harrie Verhardt werd aangesteld als trainer. Er werd getraind op ‘De Kamp’ (in de zomer) en in het patronaat (in de winter). In de beginfase werden geen toeschouwers toegelaten tijdens de trainingen. Caesar handbal werd in 1967 uitgebreid met een herenafdeling en de vereniging groeide uit tot een van de grootste handbalverenigingen in Limburg. Na een fusie met dorpsgenoot Blauw-Wit speelt de vereniging sinds 1998 onder de naam HV BFC.