Kabinet krijgt ook bij Raad van State ongelijk over vertragen van gezinshereniging voor statushouders

© ANP / HUISMAN MEDIA

Het kabinet heeft ook bij de Raad van State ongelijk gekregen over het vertragen van gezinshereniging voor statushouders. Het kabinet wilde dat, in afwachting van het hoger beroep dat in januari dient, familieleden van statushouders voorlopig niet naar Nederland mogen.

Redactie

De Raad van State gaat daar niet in mee. „De voorzieningenrechter vindt in beide gevallen het belang van de gezinsleden die nareizen zwaarder wegen dan het belang van de staatssecretaris om geen uitvoering te geven aan de rechtbankuitspraken”, staat in de uitspraak donderdag.

De IND zal de uitspraak opvolgen, zo laat een woordvoerder van staatssecretaris Van der Burg (Asiel) weten. Toch houdt hij voorlopig vast aan zijn beleid om gezinshereniging voor statushouders uit te stellen. De Raad van State heeft immers nog geen inhoudelijk, juridisch oordeel gegeven over de nareismaatregel.

Gevolg van deze uitspraak is dat de gezinsleden van twee Turkse statushouders meteen toestemming kunnen krijgen om naar Nederland te komen. Meerdere rechtbanken hebben de afgelopen weken een streep door de nareisbeperking van het kabinet gehaald, onder meer omdat die indruist tegen veel nationale en Europese wetgeving. Staatssecretaris Van der Burg ging in hoger beroep en vroeg bij de Raad van State in twee zaken een voorlopige voorziening aan. Dat wil zeggen dat de uitspraken van de rechter tot aan de uitspraak in hoger beroep worden opgeschort.

Overbelast

Het kabinet heeft eind augustus besloten tot het instellen van een nareisbeperking. Die geldt voor gezinsleden van erkende vluchtelingen (statushouders). Maximaal vijftien maanden nadat de nareisaanvraag is ingediend, wordt na goedkeuring een visum verstrekt. Als de statushouder eerder een woning heeft voor zijn of haar nareizende familieleden, wordt het visum eerder verstrekt. De maatregel geldt tot en met 2023 en is volgens het kabinet nodig om de druk op de overbelaste asielopvang te verlichten.

In januari behandelt de Raad van State het hoger beroep van het kabinet. Een zittingsdatum is nog niet bekend. De Raad zegt zelf dat de daadwerkelijke uitspraak dan nog enkele weken op zich laat wachten. Het duurt dus nog wel even voordat duidelijk is of het kabinetsbeleid al dan niet standhoudt.

Druk

Tot die tijd houdt het kabinet vast aan z’n beleid om gezinshereniging uit te stellen. Immers, zo redeneert Van der Burg: „Deze uitspraak is niet bepalend voor het hoger beroep bij de Raad van State over de nareismaatregel in zijn algemeenheid.” Door in hoger beroep te gaan, wil het kabinet duidelijkheid verkrijgen of de tijdelijke verlenging van de nareis juridisch mogelijk is of niet. Van der Burg benadrukt dat uitstel van gezinshereniging maar een onderdeel is van een breder pakket om de instroom te beperken en de druk op de asielopvang te verlichten. „Die druk is nog altijd zeer hoog, er wordt nog steeds hard gewerkt aan meer structurele opvangplekken.”

Volgens Vluchtelingenwerk lijkt het erop dat de strategie van het kabinet ’om te traineren en te rekken’ werkt. De organisatie roept organisaties als het COA en de IND op voorbereidingen te treffen voor als er op zeker moment echt een streep gaat door de nareisbeperking. „Als je daar niet op anticipeert, komen de nareizigers straks allemaal tegelijk. Dan schept het kabinet een nieuw opvangprobleem.”