Onduidelijkheid over mestregels nog niet weggenomen

Piet Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.© ANP

Het blijft vooralsnog onzeker of Nederland dit jaar meer mest over de akkers mag uitrijden dan andere Europese landen. Minister Piet Adema (CU) zegt in een debat in de Tweede Kamer, waarin hij meermaals excuses maakte over zijn begane mestblunder, dat de Europese Commissie nog geen duidelijkheid heeft verschaft.

Redactie

De bewindsman zegt na zijn eerdere publieke erkenning dat hij een mestblunder heeft begaan, nu ook tegen Kamerleden persoonlijk ’sorry’ omdat hij de Tweede Kamer niet goed informeerde. Adema liet het wekenlang na om Kamerleden te informeren over een gepeperde Brusselse brief. Ook betuigde hij spijt tegenover boeren, die verder in onzekerheid zijn gekomen.

Adema werd in december al gewaarschuwd dat Brussel zijn uitleg over mestregels niet pikte, maar hield die waarschuwing intern. Vorige week vrijdag werd bekend dat daarom al per 1 maart 2023 strengere mestregels gaan gelden voor boeren, in plaats van 1 januari 2024. Hij moest daarvoor halsoverkop vanuit Berlijn naar de ministerraad - naar eigen zeggen - ’teruggeroepen’ worden.

’Nieuw geitenpaadje’

Maar of de Europese Commissie akkoord gaat met de datum 1 maart, is nog maar de vraag. Kamerlid Tjeerd de Groot van D66, die eerder signalen kreeg dat Nederland op de vingers zou worden getikt, spreekt van een ’nieuw geitenpaadje’ nu boeren vanaf 16 februari tot 1 maart wel mest mogen uitrijden. De Groot vreest ’dertien dolle mestuitrijdagen’ en denkt dat Brussel die termijn kan aangrijpen om opnieuw in te grijpen. Op de vraag of Nederland de derogatie hoe dan ook gaat krijgen, kan Adema geen antwoord geven. „Die zekerheid kunnen we niet met 100 procent geven. Brussel geeft daarover vooraf geen duidelijkheid.” Wel zou Adema ’signalen’ hebben gekregen dat Brussel akkoord gaat.

Linkse oppositiepartijen vinden echter dat het landbouwministerie telkens over de schreef gaat, waardoor Brussel de teugels heeft aangetrokken. Ter rechterzijde klinkt juist kritiek dat Adema niet met de vuist op tafel durft te slaan in Brussel. PVV-Kamerlid Alexander Kops vindt dat Nederland z’n veto moet uitspreken bij andere besluiten om meer voor de boeren voor elkaar te krijgen. „De minister faalt, maar de boeren betalen”, oordeelt Kops. Hij vindt dat de minister moet opstappen.

BBB-voorvrouw Caroline van der Plas spreekt eveneens van een ’doodzonde’ nu de minister naliet de Kamer te informeren. Vooral het feit dat Brussel nu bepaalt dat in bufferstroken van 3 meter langs slootkanten geen bemesting meer mag plaatsvinden om de waterkwaliteit te verbeteren, vindt ze vreselijk. „Het is niet uit te leggen dat er nu 65.000 hectare vruchtbare landbouwgrond niet meer bemest mag worden.” Bovendien wijst ze op het feit dat boeren nu vaker kunstmest zullen gaan inzetten, in plaats van dierlijke mest.

’Overheidswispelturigheid’

Ook de VVD ’baalt van de overheidswispelturigheid’, aldus Kamerlid Thom van Campen. Hij noemde het niet afstemmen van de regels in Brussel ’een absolute afgang’. Dat kwam hem dan weer op kritiek te staan van onder meer GroenLinks en de PvdD. Die wezen de VVD’er erop dat hij -samen met CDA en CU- een motie (die door Adema was ontraden) ondertekende die opriep om bij de nieuwe mestregels meer aansluiting te zoeken op de bedrijfsvoering van de boeren. Volgens Van Campen was echter niet duidelijk dat Nederland daardoor de volledige derogatie zou kunnen verliezen.

PvdA’er Joris Thijssen vindt ook dat ’de boeren weer de klos zijn’. „Zij moeten nu dealen met noodzakelijke maatregelen die eerder worden ingevoerd dan gemeld.” Hij vreest dat boeren opnieuw de pineut worden als Brussel niet akkoord gaat met de termijn van 1 maart 2023.

Adema belooft de Kamer uiteindelijk beterschap en verzekert hen beter te informeren. Hij zegt zich niet te herkennen in het ’beeld’ dat hij in paniek vanuit Duitsland naar Den Haag moest komen. „Ik had mijzelf al voorgenomen dat ik zelf in de ministerraad wilde zijn om dit toe te lichten.” Voor akkerbouwers die nu geconfronteerd worden met de nieuwe, strengere regels, wil hij wel meedenken aan oplossingen. „In het gemeenschappelijk landbouwbeleid is een vergoedingsregeling beschikbaar. Ik roep mensen die nu geconfronteerd worden met de nieuwe regels op zich daar aan te melden.”