Literaire Hoek: Hart van Heerlen
Paul van der Velden. — © Bram Budel
In de Literaire Hoek besteden verschillende Limburgse auteurs, verenigd in de Werkgroep Limburgse Schrijvers, wekelijks aandacht aan lezen en literatuur in Limburg. Vandaag: Ton van Reen over Paul van der Velden.
In de jaren zestig en zeventig was er in Heerlen een groepje jonge schrijvers actief. Hun trefpunt was boekhandel Feijen, waar zanger-dichter Peter Smits de scepter zwaaide. We kwamen daar op donderdagmiddag bij elkaar om de nieuwe tijdschriften te lezen: Vrij Nederland, De Groene, De Nieuwe Linie, Playboy en Hitweek, die alleen bij Feijen te koop waren. Jon Erkens, dichter en activist. Joost Primowees van literair antiquariaat ’t Raethuys. Fervent lezer Harrie Muytjens. Hennie Jetzes, die later begon met Uitgeverij Azul. Onderwijzer Paul van der Velden. De leraren Nederlands Ton Gommans en Jacques Kersten en schrijver dezes.
‘Sjaele waazel’
Vaak eindigde de middag bij café Bijsmans in sjaele waazel en in grootse plannen, vooral om Heerlen aan het lezen te krijgen, omdat we vonden dat Heerlen een literaire woestijn was.
Met nog wat muzikale medestanders richtte de groep het literair café De Nor op, dat nu nog voortleeft als De Nieuwe Nor, en voerden ze leesacties op de Promenade.
Drie medewerkers van De Nor van het eerste uur: Mark Laudy, Henk van Galen en Paul van der Velden. — © Frans Welters
Ondanks zijn humor was Paul juist zeer serieus. Hij maakte zich druk om alles en was een hulp voor iedereen. Dat maakte hem tot een beminnelijke figuur waardoor hij een bindende persoon was in de groep vrienden, hemelbestormers en kroegtijgers.
Bewondering
Zijn bewondering voor schrijvers, kunstenaars en muzikanten stak hij nooit onder stoelen of banken. Diep in hem leefde het verlangen zelf ook schrijver te zijn. Heel af en toe kwam hij met iets naar buiten, zoals in de zes Heerlense verhalen in de bundel Darrenslacht, die ik met instemming heb gelezen. En met de wonderschone novelle Centrumback.
Paul zat vol verhalen. Veel van wat hij te vertellen had ging over zijn familie, buren, vrienden. Heel groot was zijn wereld niet. Heerlen was zijn heimat. Ook al was hij idolaat van India en Bhutan, waar hij een paar maal was geweest.
Heimwee
Begin jaren zestig was Limburg af en Heerlen in het bijzonder. Er was een nieuwe schouwburg, een V&D met supermarkt en winkelcentrum ‘t Loon. In Centrumback heeft Paul mooi geschreven over hoe dat allemaal tot stand kwam, na sloop van zijn oude buurt. Het is een verhaal vol heimwee naar het clubje voetballende jongens, ergens op een veldje tussen de Saroleastraat, het Warnasgatske en de Schinkelstraat. Paul heeft een vaste plaats als centrumback, de aanvoerder die niet zo veel hoeft te rennen, maar aanstuurt. De meeste ballen eindigen in het prikkeldraad rond het kantoor van de Katholieke Mijnwerkersbond.
Ik besefte ik dat het boek niet over de jongetjes ging, maar over wat de jongetjes zagen: de stad. En over de hypocriete grotemensenwereld, de hoerenloper die zelfmoord pleegde, de profvoetballer die zijn lief verloor en alcoholist werd, de hypocriete geestelijken, de benepen middenstanders. De bestuurders die zagen dat de stad achterbleef en dat alles anders moest: vooruit, de toekomst in. De straatjes in de binnenstad moesten verdwijnen. Kortom, Heerlen ging op de schop.
Zijn boek was een meesterwerk. De titel Centrumback heeft nog een tweede, verborgen betekenis. Paul wilde het oude centrum van Heerlen terug.
Trammelant
In die jaren kwam de jeugd in beweging. Ook in Heerlen sloten jongeren zoals Paul zich aan bij ludieke groepen als Provo en de Zwarte Kabouters. Bij vormingscentrum Inpoet ontstond het Uniek Ludiek Sirkus, waarvan de sterren gemiddeld 17 jaar jong waren, dat optrad voor een publiek van gelijkgezinden, vooral scholieren. Ook Paul en zijn broer Leo deden eraan mee. De jeugdige Hans Hendriks bracht met vriend Jo Robeerst, ze waren een jaar of vijftien oud, het literaire blaadje Tsak-Tsak uit, onder meer met erotische verhalen van Apollinaire. Dat gaf trammelant op school en gedoe met de politie.
Na enkele jaren vertrokken de meest actieve jongeren uit Heerlen, vooral om elders te gaan studeren. Paul van der Velden bleef.
Na zijn overlijden in 2011 hebben zijn vrienden het boek Kom je buiten spelen over hem gemaakt en werd er in Heerlen een boekhandel naar hem genoemd. Zo leeft hij voort.