‘Ik ben ervan overtuigd dat boven elk verhaal een kop staat die met de beste intenties is gemaakt, niemand overdrijft bewust’

Hoofdredacteur Bjorn Oostra.© Johannes Timmermans

Het maken van een goede kop is een van de belangrijkste en ook een van de moeilijkste aspecten van de journalistiek. Een goede kop vertelt veel, maar geeft niet alles weg. Een goede kop dekt de lading, is feitelijk juist en moet triggeren, de lezer nieuwsgierig maken.

Bjorn Oostra

Zeker bij een nieuwsverhaal vat een goede kop de kern van de boodschap kort en bondig weer; met een paar woorden vertelt de auteur wat hij eigenlijk kwijt wil. En juist in die paar woorden schuilt vaak het probleem. De ruimte is beperkt, waardoor ieder woord raak moet zijn. Je wil aan de ene kant de lezer het verhaal intrekken, terwijl je aan de andere kant waar moet maken wat je belooft. De koppenmaker, vaak de verslaggever zelf, moet het nieuws zo robuust mogelijk neerzetten, maar mag zich niet overschreeuwen. Soms leidt dit tot intensieve debatten.

Lees ook: ‘Het grootste probleem van ChatGPT is geloofwaardigheid: robot past bij genereren van tekst geen hoor en wederhoor toe’

Ik herinner me een discussie over de kop boven een verhaal van onze onderzoeksredactie. Het artikel ging over het gegeven dat overheden informatie over mogelijk strafbaar handelen van een ambtenaar niet naar buiten hadden gebracht. De vraag was: welke term hanteren wij? Zetten we in de kop dat informatie is stilgehouden? Gebruiken we ‘onder de pet gehouden’, hebben we het over ‘verzwegen’ of koppen we op ‘doofpot’? Mijn voorkeur ging uit naar de laatste optie, maar de verslaggevers vonden dat net iets te zwaar aangezet. Doofpot heeft iets stiekems, stelden ze. Suggereert dat er sprake is van een wel­doordacht plan, een complot. Zij kozen voor de kwalificatie ‘verzwegen’. Ik kwam nog met de Van Dale op de proppen. Daarin staat: de definitie van doofpot is zorgen dat er geen ruchtbaarheid aan iets gegeven wordt. Dat komt toch heel dicht in de buurt van verzwijgen, vond ik.

Maar de auteurs waren niet te vermurwen; bij doofpot hadden ze geen goed gevoel. Omdat het hun verhaal is en ik zo iets cruciaals als een term waarmee we een verhaal kleur geven niet top-down wil doordrukken, is uiteindelijk voor verzwegen gekozen. En, eerlijk is eerlijk, de leesbaarheid van het stuk heeft er niet onder geleden: ook met verzwegen in de kop is het bewuste artikel erg goed gelezen.

Zo nu en dan slaan we in onze poging de best denkbare kop boven een stuk te zetten de plank wel eens ­­– een beetje – mis. Een lezer uit Weert stuurde me een screenshot van een overzicht van de bestgelezen artikelen van de die dag. De top drie bestond uit: ‘Limburg massaal te laat op school en werk door recorddrukke ochtendspits’, ‘Limburg massaal naar de Ardennen vanwege dik pak sneeuw’ en ‘Limburg moet rekening houden met massale staking bij Arriva’. Of wij last hadden van massale taalarmoede, vroeg hij zich af. Nu is dat gelukkig niet het geval, maar feit is wel dat drie keer dezelfde term gebruiken op zijn minst ongelukkig is.

Lees ook: ‘Ook na 2030 kunnen wij Limburgse kwaliteitsjournalistiek bieden en elke dag nieuws, duiding en verdieping brengen’

Chef online Genaud Molin erkent dit, maar weerspreekt dat wij té sensationeel zijn. Het tegenovergestelde is het geval, zegt hij. Soms zijn we juist erg voorzichtig, laten we goed gelezen verhalen van andere kranten liggen, omdat er sprake is van effectbejag. Ik ben ervan overtuigd dat boven elk verhaal een kop staat die met de beste intenties is gemaakt. Niemand overdrijft bewust, aan clickbaits doen we niet. Maar, en daar ben ik ook echt van overtuigd, het maken van een goede kop is een vak apart.