Astronomen staan voor een raadsel: oeroude sterrenstelsels ontdekt die niet konden bestaan
Beelden van NASA, opgenomen door de haarscherpe James Webb ruimtetelescoop, van ons heelal. — © Ⓒ ANP / ASSOCIATED PRESS
Astronomen staan voor een raadsel nu de James Webb-ruimtetelescoop zes enorme sterrenstelsels heeft ontdekt „die eigenlijk niet konden bestaan.” De vondst zet mogelijk de huidige theorieën over het ontstaan van het heelal op zijn kop. „Ik dacht eerst dat we een fout hadden gemaakt.”
Het licht dat werd opgevangen van de zes sterrenstelsels zou 13 miljard jaar oud zijn, wat betekent dat ze 500 tot 700 miljoen jaar na de oerknal al bestonden. Een indrukwekkende vondst, maar wel eentje die de astronomen met verstomming heeft geslagen, weet The Guardian. „Ons universum had toen nog maar 3 procent van zijn huidige leeftijd”, zegt onderzoeker Joel Leja, assistent-professor astronomie aan de Amerikaanse Penn State universiteit, tegen de krant. „We hadden verwacht dat we op dat moment alleen maar kleine, jonge babystelsels zouden vinden, maar we hebben objecten ontdekt die net zo zwaar en volwassen zijn als onze eigen Melkweg, met sterren die tot honderd keer zwaarder zijn dan we hadden verwacht.”
Uit berekeningen blijkt dat de nieuw gevonden stelsels tientallen tot honderden miljarden sterren ter grootte van een zon herbergden en dus vergelijkbaar zijn met de Melkweg. „Maar eigenlijk zouden ze geen tijd mogen hebben gehad om zich te vormen”, zegt ook dr. Erica Nelson van de universiteit van Colorado Boulder.
Problemen voor de wetenschap
De stelsels zijn in strijd met zowat alle huidige modellen over het vroege universum. Om hun bestaan te verklaren, zouden wetenschappers mogelijk enkele basisregels van de kosmologie moeten herbekijken. „Het blijkt dat we iets hebben gevonden dat zo onverwacht is dat het eigenlijk problemen oplevert voor de wetenschap”, aldus Leja. „Ik dacht eerst dat we een fout hadden gemaakt, want dit zet vraagtekens bij het hele beeld van de vroege vorming van sterrenstelsels.”
’Duistere tijden’
De huidige modellen suggereren dat het universum na een periode van snelle uitdijing een paar honderd miljoen jaar nodig had om voldoende af te koelen om gas te laten samensmelten en instorten tot de eerste sterren en sterrenstelsels zich begonnen te vormen. Een periode die bekendstaat als de ’dark ages’, ofwel duistere tijden. „Deze ontdekking suggereert dat de dark ages misschien toch niet zo duister waren”, zegt dr. Emma Chapman, astrofysicus aan de universiteit van Nottingham. „En dat het universum misschien al veel eerder werd overspoeld met stervorming.”
Er is echter nog meer onderzoek nodig. Zo zou het bijvoorbeeld ook nog mogelijk zijn dat enkele van de aangetroffen objecten mogelijk verborgen superzware zwarte gaten zijn.