Eindrapport gaswinning: ‘Situatie in Groningen is rampzalig, overheid moet ereschuld inlossen’
Het gaswinningsdossier in Groningen is uitgelopen op ‘een ongekend systeemfalen’ waarbij zowel de overheid als bedrijven hun plichten hebben verzaakt.
Die conclusie trekt de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen in haar onderzoeksrapport. De commissie vindt „dat de ontstane situatie met recht betiteld kan worden als rampzalig” en wil dat er een ’ereschuld’ aan Groningen wordt betaald.
De onderzoekscommissie schetst in haar rapport ’Groningers boven gas’ hoe decennialange gaswinning onze samenleving veel welvaart heeft gebracht, maar daarbij zijn er veel zaken misgegaan. Ook blijkt dat de Tweede Kamer meermaals onjuist is geïnformeerd en de belabberde afhandeling van schadegevallen tot op de dag van vandaag leidt tot gezondheidsschade bij Groningers. De grote vraag is wat voor gevolgen dit gaat hebben en of een hele set aanbevelingen opgevolgd gaan worden.
Permanent onveiligheidsgevoel
„60 jaar gaswinning heeft Nederland veel gebracht, maar heeft de Groningers veel gekost”, luidt dan ook het commentaar van de parlementaire enquêtecommissie. De Kamerleden die zitting hebben in de onderzoeksgroep brachten de gevolgen van gaswinning in kaart en schrijven dat er inmiddels ruim 1600 aardbevingen in Groningen zijn gemeld. „En daar komen nog elke maand bevingen bij”, stellen zij vast. Die bevingen zorgden voor 267.000 schademeldingen en een permanent onveiligheidsgevoel dat veel verder gaat dan ’trillende kopjes in de kast’. „Het gaat om reële zorgen, bijvoorbeeld of de baby nog wel boven kan slapen.”
Volgens de Kamerleden wordt de schade die de aardbevingen teweeg hebben gebracht nog altijd ’chronisch onderschat’, net als de inzet die nodig is om die schade op te lossen. „Dat geldt ook voor de omvang en aanpak van versterking. De uitvoeringsproblemen bij de toekenning van schademeldingen en het versterken van huizen, maken dat Groningers er een probleem bij krijgen, in plaats van een oplossing.”
Rampzalig
Volgens de commissie is de ontstane situatie in de noordelijkste provincie ’rampzalig’. „Dat mag een flinke uitspraak lijken, maar lang niet iedereen realiseert zich dat Nederland weinig situaties kent die zo’n groot aantal gedupeerden tot gevolg hebben gehad”, schrijven de Kamerleden in hun 1900 pagina’s tellende rapport.
Daarin komt naar voren dat de winning van aardgas voor de Staat en de oliemaatschappijen zó succesvol en lucratief was, dat er amper oog was voor de risico’s die hieraan verbonden zijn. „Dit alles had volgens de commissie anders kunnen verlopen als eerder geluisterd was naar Groningers. Nu is de gaswinning in Groningen uitgelopen op ’een ongekend systeemfalen’, van zowel publieke als private partijen die hun plichten hebben verzaakt. Echte keuzes zijn te lang niet gemaakt en beslissers zijn te lang weggebleven van verantwoordelijkheden en risico’s, zo wordt in het rapport geschetst. „Stelselmatig zijn de belangen van de Groningers genegeerd.”
Jubelstemming
De onderzoekscommissie rept in haar rapport van de aanvankelijke jubelstemming over de grote gasbel die gevonden werd in Slochteren. In 1963 krijgt de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) de rechten om gas te winnen. Dat gebeurt middels een ’stille maatschap’. Het enige doel is een ’zo hoog mogelijke opbrengst van de gasverkopen’. Oliebedrijven Shell en ExxonMobil zien hun opbrengsten stevig renderen. En de Staat krijgt het grootste aandeel in de opbrengsten. Daarmee profiteert heel Nederland. Volgens de Algemene Rekenkamer bedragen de totale gasbaten voor de Staat tot op heden, rekening houdend met inflatie, 454 miljard euro. Waarvan 363 miljard afkomstig is uit het Groninger veld.
Dat de gaswinning ook voor grote nadelen kan zorgen, daarvoor wordt al in 1986 gewaarschuwd door geoloog Meent van der Sluis. Als een van eersten trok hij aan de bel en waarschuwde in De Telegraaf dat een aardbeving in de buurt van Assen het gevolg was van het leeghalen van het gasveld bij Slochteren. Een NAM-woordvoerder had echter geen zin om op die ’flauwekul’ te reageren. „Wij verwijzen dit beslist naar het rijk der fabelen.”
Slachtoffers
En zo zal nog jarenlang worden gereageerd. Bijvoorbeeld in 2013, als het Staatstoezicht op de Mijnen een advies geeft om gaswinning terug te schroeven en waarschuwt dat er slachtoffers kunnen vallen als gevolg van de steeds zwaarder wordende aardbevingen. „Hoewel dit advies bij een enkeling weerklank vindt, leidt het tot geen enkel initiatief om uit voorzorg de gaskraan iets dicht te draaien.” Sterker nog: het winningsvolume wordt later nog opgevoerd. Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2015 en de fakkeltochten van duizenden Groningers ’vormen eveneens geen aanleiding voor wezenlijke aanpassingen om belangen van Groningers beter mee te wegen’, concludeert de commissie.
Volgens de onderzoekende Kamerleden wordt door het kabinet en ambtenaren ’leveringszekerheid’ als rookgordijn gebruikt om de gaskraan maar open te houden, terwijl er alternatieven beschikbaar waren. „Te lang is dat als beïnvloedbaar gegeven gepresenteerd en beschouwd.”
Dreigende strafzaak
Uit het rapport komt naar voren dat rechtszaken, smeekbedes van Groninger bestuurders, nieuwe bevingen en overstromende schadeloketten stelselmatig geen reden waren voor de overheid om echt in te grijpen. Een dreigende strafzaak tegen medewerkers van Shell en Exxonmobile in 2017 was dat wel. Volgens de onderzoekscommissie blijkt dat onderzoek een ’gamechanger’ omdat de oliemaatschappijen niet langer willen dat de verantwoordelijkheid voor de gaswinning bij de NAM ligt. Het is minister Eric Wiebes van Economische Zaken die in 2018 uiteindelijk besluit dat de gaswinning stopgezet gaat worden. „Maar de beide aandeelhouders van de NAM hebben in 2017 eveneens al plannen op tafel gelegd om de gaswinning stop te zetten.”
Hans Vijlbrief, staatssecretaris Mijnbouw. — © ANP
Hoewel het besluit in 2018 genomen wordt om de gasbel niet langer te benutten, eindigt dit voor Groningers juist in jarenlang gedoe, ook omdat een twist ontstaat over de afhandeling van schades. Met het dichtdraaien van de gaskraan wordt de primaire oorzaak van de aardbevingen in Groningen weggenomen. „Dat betekent echter niet dat de bodembeweging daarmee onmiddellijk stopt. Er zijn nog altijd drukverschillen in de Groningse ondergrond, die de komende tientallen jaren tot nieuwe bevingen kunnen leiden.
Geld was dominant
Het is te verwachten dat ook in Groningen nog lang restschade door gaswinning zal optreden. Het risico bestaat dat Groningers het daarbij alleen nog maar lastiger gaan krijgen. Als de gaswinning volledig gestopt is en Shell en ExxonMobil besluiten de NAM te ontmantelen, bestaat de reële kans dat het nog moeilijker zal worden om toekomstige schades te verhalen”, waarschuwt de onderzoekscommissie.
Volgens de onderzoekers is jarenlang alleen geld dominant geweest bij besluiten over gaswinning. „De grote focus op de gasbaten en de angst om vastgelegde afspraken over de heel gunstige verdeling daarvan te verliezen, heeft in de hand gewerkt dat andere belangen - zoals het garanderen van de veiligheid, beschermen van eigendom en opkomen voor gezondheid en welzijn van burgers - onvoldoende meegewogen werden in de besluitvorming. De commissie is van oordeel dat het aan de Staat is om ook juist deze publieke belangen te behartigen en vindt dat de Staat daarin ernstig tekortgeschoten is.”
Kamer verkeerd geïnformeerd
Volgens de enquêtecommissie is er tot op de dag van vandaag sprake van een ’stelselmatige onderschatting’ van de gevolgen van aardgaswinning. „Het leed van bewoners is stelselmatig miskend. De commissie betitelt deze opeenvolging van onderschattingen door alle betrokken partijen als nalatigheid ten opzichte van de Groningers.” De onderzoekcommissie stelt dat ook de Tweede Kamer in de afgelopen 60 jaar relatief weinig voor de Groningers heeft kunnen betekenen. „Een belangrijke kanttekening daarbij is echter dat de Kamer geregeld onvoldoende, onjuist en onzorgvuldig is geïnformeerd.”
Pas in 2018, jaren na de eerste aardbevingen, komt de samenwerkingsovereenkomst tussen de Staat en de oliemaatschappijen naar boven als deze door een Groningse gedeputeerde worden gevonden in het Nationale Archief. „De commissie vindt het onverstandig dat informatie over de wijze van samenwerken zo lang en zo structureel geheim gehouden is.” De commissie stelt ook dat opeenvolgende ministers van Economische Zaken te laat reageren op de problemen, ook omdat zij door ambtenaren niet goed worden geïnformeerd. „Bewindspersonen krijgen steeds te laat in de gaten water er echt aan de hand is, hetgeen resulteert in te trage beslissingen.”
Uithaal naar Rutte
Daarbij haalt de commissie ook uit naar minister-president Mark Rutte. Rutte gaf in zijn verhoor bij de commissie vorig jaar al aan dat hij zich in 2018 pas écht realiseerde wat de gevolgen voor de Groningers waren. „Dat de minister-president zicht de ernst en urgentie onvoldoende realiseert, wordt ook duidelijk in 2016 als hij de CEO van Shell Van Beurden geruststelt dat het winningsniveau van 27 miljard kubieke meter per jaar waarschijnlijk wel voor langere tijd gehandhaafd kan worden. De commissie stelt vast dat de minister-president niet tijdig heeft ingegrepen in het beleid van de vakminister en voor Groningers niet het verschil heeft gemaakt.”
Minister-president Mark Rutte tijdens een openbaar verhoor van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. — © ANP
Hoewel Rutte in 2019 uitvoerig excuses aan Groningers heeft gemaakt, hebben ’deze excuses niet geleid tot een wezenlijke verandering waar Groningers iets aan hebben gehad’, vindt de commissie. Volgens de commissie heeft Rutte „in zijn rol van minister-president - behalve dan door mee te denken met de vakminister - geen wezenlijke verandering teweeg gebracht ten gunste van Groningers. Dat was gezien de voortslepende aard van de schade- en versterkingsproblematiek wel op zijn plek geweest.”
Kloof is verdiept
De commissie concludeert verder de kloof tussen ’Den Haag’ en Groningen verder verdiept is toen aardbevingen in aantal en kracht toenamen en Groningers in toenemende mate te maken krijgen met schade en onveiligheid. „De rompslomp, aanhoudende onzekerheid en soms zelfs wanhoop breken mensen op. Het ’leven in de wacht’ zorgt voor gezondheidsschade, niet alleen bij volwassenen maar ook bij kinderen en jongeren. Er ontstaat diep wantrouwen bij Groningers. Omdat ze zelf met wantrouwen bejegend worden.” Volgens de commissie is het vertrouwen in de overheid dan ook ’volledig verloren gegaan’. Daarbij wordt gewezen op gebroken beloften, de voortdurende twist over het ruimhartig vergoeden, het uitspreken van excuses die niet worden gevolgd door beterschap en het ’niet doen wat nodig is’.
Ereschuld inlossen
De commissie pleit dan ook voor het ’inlossen van een ereschuld’ en geeft een hele opsomming aanbevelingen. „Nederland heeft de afgelopen decennia geprofiteerd van de aardgasbaten. Die vormden een belangrijke pijler onder de nationale welvaart. Maar Groningen blijft achter met de gevolgen: de schade, de gevolgen voor het landschap, de pijn bij Groningers. De Staat en de oliemaatschappijen zijn samen in eerste instantie aan zet om de ereschuld die Nederland heeft in Groningen in te lossen. Het gaat hierbij niet om aansprakelijkheid, maar om een morele verplichting om de aan Groningen en Groningers toegepaste schade en pijn aan te pakken, en daarvoor - onvermijdelijk - extra middelen ter beschikking te stellen.”