Hoe kunst en God helpen te vechten tegen ‘het monster in mezelf’
Jouk Boon bij zijn kruisweg in Klooster Wittem. — © Annemiek Mommers
Veteraan met PTSS, ADHD’er. Klopt allemaal, maar zielig voelt beeldend kunstenaar Jouk Boon (41) uit Limbricht zich allerminst. Hij exposeert gedurende deze vastentijd zijn kruisweg in Klooster Wittem. Gered door de kunst. En door God.
Hij is gek op zwembaden en op kerken. Onder water heerst de stilte, net als in een godshuis. Daar vindt Jouk Boon momenten waarop hij dat eeuwig malende hoofd heel eventjes stop kan zetten. „Ik kan niet rustig een film kijken. Al snel zie ik dan iets waardoor ik móet gaan tekenen, schilderen. Geen rust in mijn kop. Ik moet altijd iets doen, ik zit in die onrust.”
Spraakwaterval
De van de hak op de tak springende spraakwaterval zit in ontmoetingsruimte Scala van Klooster Wittem bij zijn kruisweg – die het lijden en sterven van Jezus toont –, hier dagelijks te zien tot en met paaszaterdag 8 april. De twaalfde statie (Jezus sterft aan het kruis) vormt het middelpunt van deze tentoonstelling: het enorme doek hangt pontificaal aan de muur; de overige staties omringen het, kleiner en staand. Rauw werk is het, ongepolijst. Als Jouk zelf.
Militair
Die als jonge militair werd uitgezonden naar Afghanistan en Irak. Waar hij zijn gevoelens uit puur zelfbehoud uitschakelde. „Je ziet daar dingen… Je bagatelliseert die, krijgt een andere mindset, totdat je je realiseert dat het ook gewoon mensen zijn. Hoe traumatisch het is als je op iemand moet schieten.” Aan de andere kant roemt hij de saamhorigheid in het leger, de broederschap. „Je moet vertrouwen hebben in je collega’s, je leven ligt mede in hun handen.”
© Annemiek Mommers
Na dertien jaar gediend te hebben, werd Jouk beveiliger in gevangenissen, het laatste jaar als groepscommandant van een Intern Bijstandsteam, dat „als een soort ME” in actie komt als de situatie in een penitentiaire inrichting uit de hand loopt. Daar ging het op een gegeven moment mis. „Foute boel in mijn hoofd, het ging daar spoken. Ik besefte toen pas dat ik hulp nodig had. Ik was altijd bang.”
Niet gezellig
Hij kwam bij de ggz terecht en leerde zijn angsten enigszins te bedwingen, maar helemaal onder controle krijgt hij ze niet. „In de zogenaamde feestmaand december ben ik niet gezellig. Ik ben dan niet te genieten. Bij elke knal van vuurwerk gaat er een schok door mijn lijf. Maar ik wil niet op de bank zielig zitten wezen.” Hij stortte zich op het schilderen, zit in het vijfde jaar van de Kunstacademie in Genk. „Ik kwam in de WIA terecht, volledig arbeidsongeschikt door PTSS. Schilderen is mijn manier om me in mijn eigen wereld terug te trekken.”
Bezinnen
Het was dan ook in een decembermaand dat Jouk zijn kruisweg schilderde. Militairen doemen ook op in enkele van zijn hier geëxposeerde staties. Pastoraal medewerker René Hausterman van klooster Wittem kent Jouk al jaren. „De kruisweg van Jouk nodigt uit om na te denken over het lijden van Jezus en van zoveel mensen. Een eigentijdse manier van bezinnen, op weg naar Pasen.” René is ervan overtuigd dat zijn werk Jouk helpt, maar weet ook dat hij „nog dagelijks vecht tegen de gevolgen van oorlog en geweld in zijn leven”.
Luthers
Die gevechten tegen „het monster in me” zijn er inderdaad en zeker: kunst heeft Jouk Boon gered. „Maar dat geldt zeker ook voor God. Na mijn tijd in het leger heb ik ontdekt dat het geloof heel belangrijk voor me is.” En dat komt niet door zijn vader, bezweert hij. Jouk werd geboren in Groningen, zijn vader kwam als dominee (inmiddels is hij met emeritaat) van de Evangelisch-Lutherse Gemeente terecht in Zuid-Nederland.
Acryl
Het was dominee Willem Boon die van de kruisweg van zijn zoon in 2020, in coronatijd, een boekje liet drukken. Dat is binnenkort ook verkrijgbaar bij Klooster Wittem, zo belooft René Hausterman. In een andere religieuze serie verbeeldt Jouk de schepping in zeven schilderijen. Gevolgd door zeven schilderijen waarmee hij wil laten zien hoe de mens hiermee omgaat: „En de wereld in zeven dagen naar de kloten helpt.” Hij werkt met sneldrogende acrylverf: „Voor olie heb ik het geduld niet, dan moet je telkens wachten tot het droog is. Ik denk dat Vincent van Gogh ook heel gelukkig zou zijn geworden van acryl, haha!”