Wat veranderde er allemaal in ruim zeventig jaar Formule 1? Van afgrijselijk ogende vleugels tot de opkomst van de halo
In 2001 kwamen ze bij Arrows met een extra pakweg 80 centimeter verhoogde voorvleugel: een afgrijselijk ogende vinding, alsof er een lessenaar op de voorkant van de bolide was gemonteerd. — © Getty Images
Van geklungel in de marge tot een revolutionaire verandering van de sport. Ontwikkeling in de Formule 1 is een doorlopend proces. Wat waren de meest in het oog springende veranderingen in ruim zeventig jaar Formule 1-geschiedenis?
1959 Motoren achterin
Bij de start van het eerste Formule 1-wereldkampioenschap in 1950 rijden alle raceauto’s met de motor voorin. „Een paard moet de kar trekken; niet duwen”, zei de legendarische Enzo Ferrari altijd. In 1959 zorgt Cooper voor een revolutie. Dat team verplaatst als eerste de krachtbron naar achteren en al snel blijkt het een succes. Jack Brabham wordt er wereldkampioen mee. Op 4 september 1960 wint Ferrari voor het laatst een grand prix met voorwielaandrijving. Zelfs de zo trotse Italiaanse stal ziet in dat dit tevens het einde van een tijdperk betekent.
1968 Toepassen vleugels
Met vaak absurde, lelijke, levensgevaarlijk vleugelconstructies proberen ontwerpers de wegligging van Formule 1-auto’s te verbeteren. Colin Chapman, een Britse ingenieur en tevens teambaas van Lotus, is de eerste die deze revolutie ontketent. De vleugels zijn nooit meer verdwenen, al is het toepassen ervan door de FIA uit veiligheidsoogpunt wel flink gereglementeerd.
1977 Introductie turbomotoren
Renault heeft de eer als eerste de Formule 1 te betreden met turbomotoren, waarbij extra vermogen wordt gegenereerd door de luchtdruk richting verbrandingsmotor te verhogen. In 1977 is de Formule 1-bolide nog veel te zwaar, maar twee jaar later is daar de eerste overwinning. Turbomotoren worden de trend totdat er in 1989 een verbod komt. De auto’s zijn met 1000 pk sterke motoren veel te snel en gevaarlijk geworden. In 2014 is er een herintrede, ditmaal in de vorm van de hybride motoren die ook nu nog dienst doen.
1978 Grondeffect
Colin Chapman, de geniale teambaas en ontwerper van menig winnende Lotus-bolide, mag zich ook de uitvinder van het grondeffect noemen: het genereren van neerwaartse druk met vleugelprofielen in de sidepods van de auto. Door de luchtstroom aldaar te versnellen ontstaat er extra downforce en ‘plakt’ de auto als het ware aan het asfalt. Mario Andretti wordt er in 1978 voor het eerst wereldkampioen mee. In 1982 komt er een verbod, maar sinds 2022 mogen teams er weer - met beperkingen - gebruik van maken.
1981 Toepassen koolstofvezel
Carbon fibre heet het in Formule 1-termen. Koolstofvezel dus, een oersterk materiaal en nog licht van gewicht ook. Ideaal voor de Formule 1 derhalve, ook en vooral omdat het extreem heeft bijgedragen aan de veiligheid en het terugdringen van dodelijke ongevallen. John Barnard is bij McLaren in 1981 de grondlegger van de toepassing van een koolstofvezel chassis (monocoque).
1990 Elektronische hulpmiddelen
De inzet van elektronische hulpmiddelen in 1990 luidt een (kort) tijdperk van Williams-hegemonie in. In 1992 introduceert de renstal een actieve ophanging, wat de krachtenverdeling en de wegligging op en van een auto optimaliseert. Ook traction-control en ABS, tegenwoordig alom vertegenwoordigd bij personenauto’s, doen hun intrede. In 1994 worden al deze hulpmiddelen verboden, maar uitgerekend in dat seizoen pakt Michael Schumacher bij Benetton zijn eerste wereldtitel in een auto waarvan tot op heden door velen wordt beweerd dat deze nog over traction-control beschikte. De FIA heeft het echter nooit kunnen bewijzen.
Ontwikkelingen veiligheid in het kort
Iedereen is het erover eens dat de halo levens heeft gered of op zijn minst zwaar letsel heeft voorkomen. — © ANP
1950 – aanwezigheid marshals
Sinds het begin van de Formule 1 zijn ze al van de partij: marshals (baanposten) met als belangrijkste taak coureurs waarschuwen voor gevaar.
1952 – introductie helmen
In het begin rijden Formule 1-coureurs met een doekje om het hoofd en een stofbril. Met de intrede van helmen is er ook bescherming tegen hoofd- en hersenletsel. In 2001 worden koolstofvezel helmen geïntroduceerd. Ook op dit gebied zijn er veel ontwikkelingen die de veiligheid vergroten.
1975 – vuurvaste overalls
Het overhemdje van 1950 is anno 2023 vervangen door een brandwerende overall die bijna 15 seconden bestand is tegen een hitte van 600 tot 800 graden.
1981 – koolstofvezel monocoque
De coureur zit sinds 1981 in een soort overlevingscel gemaakt van koolstofvezel, dat niet alleen oersterk is maar ook zeer licht. Deze toepassing heeft enorm bijgedragen aan de drastische vermindering van het aantal dodelijke ongelukken of incidenten met zwaar letsel in de Formule 1.
1994 – uitloopzones en barrières
Zeker na het dodelijk ongeluk van Ayrton Senna in 1994 is er veel aandacht besteed aan de uitloopzones bij bochten, vertragende materialen zoals grind of stroef asfalt en de barrières die uit de baan geschoten auto’s moeten opvangen. Ook op dit terrein is de Formule 1 een voorloper.
1996 – hoge zijlingse hoofdsteun
De zijlingse hoofdsteunen moeten coureurs behoeden voor ernstig nekletsel als gevolg van de enorme g-krachten die bij een crash voor kunnen komen. Jos Verstappen dankt er dat jaar zijn leven aan na een enorme klapper in Spa-Francorchamps.
2003 – introductie HANS
HANS (head and neck support) limiteert de bewegingsvrijheid van het hoofd van de coureur bij een crash. De helm is verbonden met een ankerpunt achter de coureur. Daardoor kan de rijder wel zijn hoofd nog voldoende buigen en draaien om goed zicht te hebben.
2018 – introductie halo
Aanvankelijk is er veel kritiek op de halo, een beschermingsbeugel aan de voorkant van de cockpit. Het oogt niet en het zicht wordt belemmerd, zo roepen tegenstanders. De FIA houdt echter voet bij stuk en vijf jaar later is iedereen het erover eens dat de halo levens heeft gered of op zijn minst zwaar letsel heeft voorkomen.