Rutte stevig in aanvaring met DENK-leider Azarkan tijdens debat over verkiezingsuitslag

Azarkan en Rutte clashen: ‘Dit accepteer ik niet!’.© Tweede Kamer

Den Haag -

Premier Mark Rutte heeft in het debat over de provinciale verkiezingsuitslag geëist dat DENK-leider Farid Azarkan zijn woorden terugneemt, over dat Rutte zich schuldig maakt aan institutioneel racisme. „Dat is volstrekt onacceptabel”, zei Rutte. „Als hij die woorden niet terugneemt, is hij de knip voor de neus niet waard.”

Redactie

Azarkan nam zijn woorden niet terug. Hij zei kort voor de aanvaring dat gedupeerden van het toeslagenschandaal vanwege institutioneel racisme nog steeds in diepe ellende zitten. De kiem zou zijn gelegd in de Fraudewet uit 2021, van de VVD, zei Azarkan. „Dat is het beleid van de VVD, dat is het beleid onder deze minister” zei Azarkan, daarbij wijzend naar Rutte.

„Die opmerking is mij totaal in het verkeerde keelgat geschoten”, reageerde Rutte, die in het debat inbrak om de persoonlijke opmerking te maken. De Fraudewet is destijds door een ruime meerderheid in de Tweede Kamer aangenomen, zei Rutte. De fouten die er later in bleken te zitten, zijn hersteld. Maar de beschuldiging van institutioneel racisme schoot de premier in het verkeerde keelgat. „Dit is volstrekt niet wie ik ben. Ik accepteer dit absoluut niet.”

Oppositie fel

Partijen uit de oppositiebanken zijn tijdens het debat uiterst fel op de regeringscoalitie vanwege de bestuurlijke chaos, onder meer veroorzaakt door de stikstofcrisis. „Los het op, of stáp op”, zegt BBB-leider Caroline van der Plas. PVV-voorman Geert Wilders vindt dat het kabinet „van het veld af” moet. Ook volgens Jesse Klaver (GroenLinks) moet het kabinet weg als het niet snel daadwerkelijk gaat regeren.

De ene oppositiepoliticus volgde woensdagmiddag de andere op tijdens het debat. Pas later komen de fractieleiders van de coalitiepartijen aan het woord, en daarna reageren premier Mark Rutte (VVD) en de drie vicepremiers (van D66, CDA en ChristenUnie). Fractieleiders van de coalitiepartijen onderbraken collega-politici uit de oppositie nauwelijks. Ook de oppositieleiders zelf lijken hun zogenoemde interrupties vooral te bewaren voor de coalitiepartijen.

Signaal

De oppositiepartijen, waarvan de meeste voorafgaand aan het debat onderling overlegden, vinden dat het kabinet het signaal van de kiezer serieus moet nemen. Het vertrouwen in de politiek is laag, en het kabinet komt te weinig aan regeren toe, is de teneur. Volgens PvdD-voorvrouw Esther Ouwehand en SP-leider Lilian Marijnissen is de coalitie veel te veel bezig met het redden „van het politieke hachje”. Het oplossen van daadwerkelijke problemen wordt minder belangrijk geacht, menen de politici. Partijen van links tot rechts drongen verder aan op oplossingen om de stikstofimpasse te doorbreken.

Lees ook: Ook na crisisberaad hangt donderwolk nog boven Rutte IV

Maar ook de onderlinge verhoudingen in de coalitie werden benadrukt. Waar het CDA niet kan leven met de stikstofparagraaf in het coalitieakkoord, zegt D66 juist „koers te houden”. Dat de coalitie pas weer gaat onderhandelen over de stikstofafspraken als er meer duidelijk is over de nieuwe colleges in de provincies, leidt volgens de oppositiepartijen tot grote onduidelijkheid. Hiermee stelt de coalitie een kabinetscrisis bovendien alleen maar enkele weken uit, meent PvdA-leider Attje Kuiken.