Literaire Hoek: Lezen in Limburg, tussen malaise en hoop
Foto ter illustratie. — © Getty Images
In de Literaire Hoek besteden verschillende Limburgse auteurs, verenigd in de Werkgroep Limburgse Schrijvers, wekelijks aandacht aan lezen en literatuur in Limburg. Vandaag: Ton van Reen over lezen in Limburg.
Diverse onderzoeken naar het leesgedrag van Nederlanders geven aan dat de inwoners van de drie zuidelijke provincies Zeeland, Noord- Brabant en Limburg het minst lezen. Bovendien wordt in Limburg weinig literatuur gelezen. Krimi’s voeren hier de boventoon. Hoe dat komt? Misschien wel door de tv-series als Flikken Maastricht, met veel verzonnen moord en doodslag in het Heuvelland, dat weergalmt in een overmaat aan bedacht geweld in lectuur.
In de afgelopen jaren zijn veel uitstekende boekhandels verdwenen, zoals Wilbro in Tegelen, Martin Cuypers in Venray en Horst, Wim Willems in Roermond, Paul Willems in Weert, Winants/Het Raedthuys in Heerlen, Leeskunst in Kerkrade, Crolla in Valkenburg, Servaas, Veldeke, Standaard en Lyter-Nypels in Maastricht, Knippenberg en Spanjaard in Geleen. En nog veel meer kleinere maar goed geïnformeerde boekhandels zoals Kassteen in Panningen en Rozeman in Brunssum. Soms werden de plekken ingevuld door de concernboekhandels die echter geen enkele belangstelling hebben voor de boeken van de schrijvers uit de regio, een uitzondering daar gelaten.
Leesaanbod
Niet alleen boekhandels zijn verdwenen, maar na de fusies van vele gemeenten verdwenen ook veel bibliotheken, waardoor het aanbod aan uit te lenen boeken verschraalde. De resterende bibliotheken kopen ook minder boeken in. Ook de functie van deze bibliotheken veranderde doordat ze het cursusaanbod van de opgeheven volkshogescholen over moesten nemen en nu vol zitten met studerende studenten. Prima. Maar noem het dan Studiehuis of Leerhuis.
In de jaren zeventig, tachtig en negentig telde ook Limburg veel literaire cafés, waar vaak schrijvers werden uitgenodigd. Ze zijn al lang weer ter ziele. Ook in jongerententen zoals De Nor in Heerlen, Sjelter in Brunssum, de Boerderij in Geleen, OOC in Venlo, die een uitgebreid cultureel aanbod hadden, traden landelijk bekende schrijvers op.
De twee literaire prijzen die in Limburg werden uitgereikt verdwenen. De Mathias Kempprijs voor Limburgse schrijvers werd opgeheven. De prestigieuze Halewijnprijs van de stad Roermond voor schrijvers van Nederlandstalige literatuur verhuisde naar Haarlem. Schande.
Op scholen veranderde in de afgelopen jaren het leesaanbod. De leeslijsten verschraalden of verdwenen zelfs helemaal. Voorheen nodigden scholen en bibliotheken schrijvers uit. Dat gebeurt nu nog maar mondjesmaat.
Malaise en hoop
De uitgevers die de kosten voor de uitgave van de boeken voor hun rekening namen, de auteurs betaalden en de boeken over de Nederlandstalige markt verspreidden, zijn uit Limburg verdwenen.
In Limburg is gelukkig nog wel wat te doen. Hier en daar is een spoken-word c.q. optreden van een aantal jongere auteurs. En al wat oudere levenservaren dichters en schrijvers als Jack Jacobs en Jacques Smeets haken daar bij aan en hebben ook de weg weten te vinden naar de groeiende markt van de oudere lezers. Zo ontstaan er ook weer meer leesclubjes. Ook het Letterkundig Centrum Limburg en enkele bibliotheken tonen initiatieven om de boel weer aan het lezen te krijgen. En er zijn lettervreters die cursussen literatuur geven zoals oud-docent Nederlands Ben van Melick.