Gedragscode

Voor journalisten van De Limburger.

1De journalist gaat met open vizier te werk

De journalist maakt zich in principe altijd bekend als journalist, en zal anderen niet misleiden over de aard en bedoelingen van zijn werk. De journalist doet niets stiekem, zoals het heimelijk bijwonen van een bijeenkomst die niet voor hem bedoeld is, of het maken van opnames terwijl hij kan weten dat dit niet mag. Slechts als dat de enige manier is om zware misstanden aan te tonen, kan hier van worden afgeweken. Zelf nieuws maken door uitlokking is uit den boze.

2De journalist bewaakt zijn onafhankelijkheid

De journalist opereert altijd volstrekt onafhankelijk, ten opzichte van alles en iedereen. Zelfs opsporende en rechtsprekende instanties vormen daar géén uitzondering op: de journalist is geen verlengstuk daarvan. Tipgevers en andere contactpersonen van de journalist krijgen geen voorkeursbehandeling in de berichtgeving, hoe waardevol de informatie die ze aan de journalist geven ook kan zijn. De journalist laat zich nooit door derden betalen voor berichten, en betaalt evenmin zelf voor informatie.

3De journalist houdt privézaken ver van zijn werk

De journalist bericht niet over zaken waar hij privé bij betrokken is, of zaken die familie of vrienden rechtstreeks raken. Als die zaken wél nieuwswaardig genoeg zijn voor berichtgeving, wordt die door andere journalisten voor hun rekening genomen en onthoudt de journalist zich van welke bemoeienis dan ook met berichtgeving. Indien een journalist in artikelen privé-ervaringen memoreert, moet dat journalistiek relevant zijn en uit de context duidelijk worden.

4De journalist checkt zijn feiten zorgvuldig

De journalist baseert zich op feiten die hij heeft gecontroleerd, niet op geruchten of aannames. Het plegen van hoor- en wederhoor is een onmisbaar onderdeel van de voorbereiding en totstandkoming van een artikel. Gepresenteerde feiten moeten door meerdere bronnen worden ondersteund. Geruchten mogen nooit als bewijs worden opgevoerd.

5De journalist bericht zo eerlijk en volledig mogelijk

De journalist stelt zijn artikelen zo volledig en gebalanceerd mogelijk samen. Zo mag er geen relevante informatie worden achtergehouden als dat bij het maken van een artikel beter uitkomt. Indien een bericht slechts een kant van het verhaal kan tonen, bijvoorbeeld omdat bepaalde sleutelspelers niet voor commentaar bereikbaar zijn, wordt dit vermeld. Genres als nieuws en opinie worden nooit vermengd.

6De journalist doet consequent aan bronvermelding

De journalist zorgt ervoor dat de informatie die hij verstrekt zoveel mogelijk controleerbaar is. Dat betekent bijvoorbeeld dat bij citaten altijd wordt aangegeven wie de bron is. Hetzelfde geldt als er geciteerd wordt uit andere media. Slechts in bijzondere gevallen, en als daar een duidelijk maatschappelijk belang mee is gediend, kunnen bronnen anoniem worden opgevoerd.

7De journalist gaat respectvol om met emoties

De journalist die verslag doet van situaties waarin mensen in extreme gemoedstoestanden verkeren – zoals verdriet, woede of angst - gaat op respectvolle manier om met wat hij ziet en hoort. Bij sterfgevallen als gevolg van misdaden, ongelukken, rampen en aanslagen houdt de journalist rekening met gevoelens van nabestaanden in toon en woordkeuze.

8De journalist weegt privacyaspecten zorgvuldig af

De journalist beschermt de persoonlijke levenssfeer van personen over wie hij publiceert, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is binnen zijn taak tot volledig informeren. Dit geldt ook bij verdachten en veroordeelden. Als het privégedrag van een publiek persoon op welke wijze dan ook invloed heeft op diens functioneren of positie, dan worden naam en toenaam van betrokkene genoemd.

9De journalist reflecteert en erkent eventuele fouten

Als blijkt dat de journalist feitelijke onjuistheden in een verhaal heeft vermeld, worden die ruimhartig rechtgezet. De journalist legt verzoeken om rectificaties door lezers of belanghebbende voor aan de hoofdredactie en werkt zonder voorbehoud mee aan eventuele onderzoeken naar zijn berichtgeving.

10De journalist is zich altijd bewust van zijn rol

De journalist is zich altijd bewust van zijn rol en de verantwoordelijkheden die daar mee samenhangen. Dit is niet alleen van toepassing op alle platforms van het uitgeverijbedrijf (zoals de krant en de website), maar ook daarbuiten. Of het nou gaat om deelname aan debatpanels, optredens in andere media of uitingen op sociale media: de journalist handelt overal waar hij uit hoofde van zijn professie verschijnt in de geest van al het bovenstaande.

Disclaimer
Bovenstaande 10 punten vormen een gecomprimeerde versie van de gedragscode voor journalisten van De Limburger. Deze volledige gedragscode, die te allen tijde leidend is, is hieronder te raadplegen. Waar staat ‘de journalist’ wordt ‘de journalist (m/v)’ bedoeld. Omwille van de leesbaarheid van de tekst wordt hierboven bij verwijzingen uitsluitend de hij-vorm gebruikt.



Gedragscode - Volledige versie

Onafhankelijkheid is het kernwoord van de redactie van De Limburger en de in dienst van dat dagblad werkzame redactionele medewerkers, evenals van degenen die als medewerker of freelancer (hierna als 'journalist' aan te duiden) voor dat dagblad werken. Iedere vorm van afhankelijkheid belet een goede beroepsmatige en ethische uitoefening van het journalistieke beroep. Aantasting van de onafhankelijkheid van de journalist tast bovendien zijn/haar geloofwaardigheid aan. Zonder absolute geloofwaardigheid is een verantwoord journalistiek handelen ten enenmale onmogelijk.

  • Een journalist maakt zich in beginsel als zodanig bekend aan diegene met wie hij beroepshalve in contact treedt.
  • Hiervan kan worden afgeweken in geval van openbare bijeenkomsten en voor iedereen toegankelijke gelegenheden zoals publiek/politieke debatten, tentoonstellingen, sportwedstrijden of cultuuruitingen en alle gelegenheden die voor het publiek al dan niet tegen betaling vrij toegankelijk zijn.
  • Indien een journalist bij de garing van zeer specifiek nieuws, bij voorbeeld de bespreking van een restaurant, zijn naam niet van tevoren kan noemen, stelt hij vóór publicatie de betrokkenen op de hoogte van waar hij mee bezig is en van wat er gaat gebeuren. Over zijn werkwijze overlegt hij met de hoofdredactie.
  • Een uitzondering is ook mogelijk als de journalist geen andere middelen heeft om een zware misstand voor het voetlicht te brengen. In deze gevallen overlegt hij van tevoren met de hoofdredactie.
  • Een journalist misleidt anderen niet over de aard en de bedoelingen van zijn werk en een daaruit voortvloeiende publicatie.
  • Een journalist probeert nooit zelf nieuws te maken door uitlokking.

  • Een journalist van De Limburger verricht zijn werk in onafhankelijkheid. Hij beseft dat als zijn persoonlijke onafhankelijkheid in het geding komt, ook de onafhankelijkheid van de krant in zijn geheel in twijfel getrokken kan worden.
  • Een journalist maakt zich niet afhankelijk van zijn tipgevers, ook niet in die zin dat die - als zij op enigerlei wijze bij een te berichten zaak betrokken zijn - buiten de publicatie worden gehouden of in die publicatie in te gunstige zin worden belicht. Wanneer blijkt dat berichtgeving over een ernstige maatschappelijke misstand alleen mogelijk is door een geringe betrokkenheid van een bron of tipgever buiten beschouwing te laten, beziet de hoofdredactie wat het zwaarst moet wegen.
  • Een journalist bewaart zijn onafhankelijkheid altijd tegenover rechtsprekende en opsporende instanties om te voorkomen dat hij kan worden gezien als een verlengstuk daarvan.
  • Een journalist bericht niet over zaken waar hij in de privésfeer bij betrokken is, noch over zaken waarbij directe familieleden betrokken zijn. Het staat redacteuren van De Limburger, binnen de kaders van de (vrijwillige) gedragscode, vrij activiteiten te ontplooien buiten het bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in de notitie bijbanen. Wanneer activiteiten waarbij een redacteur direct of indirect betrokken is, onderwerp zijn van berichtgeving in de krant, gelden daarvoor de volgende (dwingende) richtlijnen.
  • Openbare' privé-activiteiten van een redacteur (denk aan literatuur, lectuur, muziek, optredens etc. etc.) worden NIET verslagen/gerecenseerd door eigen journalisten van, maar door externe medewerkers, van wie de onafhankelijkheid vast staat.
  • De kolommen van de krant en de online uittingen van MHL (Mediahuis Limburg) worden NIET gebruikt om privé-activiteiten van redacteuren voor het voetlicht te brengen. Wanneer er journalistieke redenen zijn om toch aandacht aan dit soort activiteiten te schenken, overlegt de chef van de afdeling die een eventuele publicatie verzorgt/plaatst te allen tijde met de hoofdredactie over de wijze van berichtgeving.
  • In een aantal (twijfel)gevallen kan van deze regels worden afgeweken (denk aan het optreden van een gezelschap/vereniging/actiegroep etc., waarin de redacteur slechts een bescheiden rol speelt; of aan activiteiten waarbij een redacteur slechts op de achtergrond betrokken is). In dit soort gevallen wordt van tevoren wel altijd overlegd met de hoofdredactie.
  • In alle gevallen houdt de journalist die betrokken is bij een activiteit zich zelf verre van de berichtgeving in de kolommen van de krant en de online uittingen van MHL.

  • Bij het gebruik van citaten en quotes wordt altijd aangegeven wie of wat de bron is.
  • In een nieuwsbericht geeft een journalist nooit zijn eigen mening.
  • Bij het citeren van zaken uit andere media vermeldt hij altijd de bron.
  • In zeer bijzondere gevallen kan een tipgever of zegsman anoniem blijven. In dat geval moet worden nagegaan of de informatie elders bevestigd kan worden. Er moet altijd naar gestreefd worden de bron zo nauwkeurig mogelijk aan te geven.
  • Bij het vermelden van anonieme bronnen houdt een journalist altijd in het oog dat hij niet in alle gevallen verschoningsrecht heeft en hij derhalve door de rechter om nadere verklaringen kan worden gevraagd.
  • Indien de krant/journalist haar bronnen volstrekte anonimiteit heeft gegarandeerd, moet die toezegging te allen tijde gestand worden gedaan, ook al heeft dat zwaarwegende consequenties voor de journalist, de hoofdredacteur en de uitgeversmaatschappij.
  • Anonieme personen krijgen nimmer de gelegenheid persoonlijke grieven in de krant te uiten.
  • Een anonieme bron moet altijd vóór publicatie aan de hoofdredactie bekend worden gemaakt.
  • Indien met een bron nalezing van een artikel is overeengekomen, komt de journalist die belofte na.
  • Nalezing van artikelen kan alleen worden toegestaan voor het opsporen en voorkomen van feitelijke onjuistheden en voor het autoriseren van letterlijke citaten. Daarop moet een bron, die nalezing verzoekt, tevoren nadrukkelijk worden gewezen.

  • De hoofdredactie kan en wil niet tornen aan de burgerlijke en politieke grondrechten van journalisten, daarbij inbegrepen het lidmaatschap van een politieke partij.
  • Een journalist dient zich te realiseren dat, indien hij zich laat kiezen in een politiek of vertegenwoordigend lichaam, hij zijn journalistieke bewegingsvrijheid en onafhankelijkheid beperkt c.q. onmogelijk maakt.
  • Wanneer een journalist toch zitting wenst te nemen in een politiek orgaan of vertegenwoordigend lichaam, dan kan hij in het gebied dat deze organen/lichamen bestrijken zijn werkzaamheden nog slechts in beperkte mate uitoefenen. De hoofdredactie dient dan af te wegen in welke mate de betreffende journalist dan nog kan en mag opereren.
  • Indien bovengenoemde gevallen van toepassing zijn, is het de journalist niet toegestaan informatie die hij beroepshalve ontvangt, door te spelen naar de betreffende instanties/lichamen/organen/verenigingen.
  • Een journalist verricht geen schrijvende en/of journalistieke werkzaamheden voor een politieke partij, een politicus of daarvan afgeleide organisaties of daarvoor werkende personen. Evenmin ontplooit hij activiteiten voor een politieke partij, een politicus of daarvan afgeleide organisaties of daarvoor werkende personen zoals het leiden van bijeenkomsten of het uitoefenen van een woordvoerderschap.

  • Een journalist laat zich nimmer voor journalistieke werkzaamheden bij De Limburger door derden betalen met geld, goederen en/of diensten.
  • De van bedrijfswegen of door de NVJ verstrekte perskaart mag nimmer worden gebruikt voor privé- aangelegenheden.
  • Alle aan de krant toegezonden materialen voor consumentieve beoordeling, bespreking of recensie zijn eigendom van de krant en worden door de hoofdredactie beheerd. Indien deze materialen ongevraagd zijn toegezonden, worden ze in principe geretourneerd. Materialen, artikelen, boeken, tijdschriften, platen, cd's en dergelijke die op aanvraag van de redactie/journalist zijn toegezonden, hoeven niet te worden geretourneerd indien er journalistiek gebruik van wordt gemaakt. De toezenders krijgen, indien daarom wordt gevraagd. een exemplaar van de krant c.q. knipsel toegezonden als een en ander tot een publicatie heeft geleid. Recensiemateriaal wordt via het redactiesecretariaat aangevraagd. Recensiemateriaal mag nooit op het huisadres worden ontvangen.
  • Geschenken voor de redactie/redacteuren afkomstig van bedrijven, politieke partijen en openbare instellingen worden geweigerd indien op enige wijze de indruk van afhankelijkheid of tegenprestatie kan ontstaan. Indien de gever daarover verbolgen is, informeert de hoofdredactie de betrokkenen schriftelijk over het beleid dienaangaande. Een incidentele vlaai of iets dergelijks hoeft niet te worden geretourneerd.
  • Indien een journalist op grond van zijn beroep gedurende zijn werktijd wordt uitgenodigd voor het geven van een toespraak of lezing, vraagt hij daarvoor geen honorarium. Indien zijn werkzaamheden met een boekenbon etc. worden beloond zal hij zelf de afweging maken of hij die zal aannemen. Nimmer mag de beloning de schijn wekken dat het in feite om een bijbaan resp. schnabbel gaat. Gebeurt een en ander buiten werktijd, dan gelden de richtlijnen uit de notitie bijbanen/nevenwerkzaamheden.

  • Beslissingen over reizen worden altijd door de eigen hoofdredactie genomen.
  • Een journalist dient zich te allen tijde bewust te zijn dat een persoon, bedrijf of instelling een reis nooit uit liefdadigheid aan ons aanbiedt; het ligt voor de hand te veronderstellen dat daarmee een bepaald doel beoogd wordt. Het is zeer de vraag of dat doel - uitgesproken of niet - hetzelfde is als ons, redactionele, doel.
  • Een aanbod voor een gesponsorde reis is op zichzelf nooit een reden om een journalistieke productie (zowel in tekst als in beeld) te maken.
  • Een al dan niet gesponsorde reis zal altijd een journalistieke achtergrond en rechtvaardiging moeten hebben en deelname eraan zal nooit uit hobbyisme of persoonlijke interesse mogen voortkomen.
  • Vanwege een zo efficiënt mogelijke personele inzet, is de drempel voor een persreis hoe dan ook hoger dan voor een "simpel" interview ergens in de eigen provincie. Immers, het te verwachten verhaal (cq beeld) moet wel heel mooi, interessant, bijzonder zijn, wil je er iemand dagen mee kwijt zijn.
  • Een aanvraag voor zo'n reisverhaal dient, met een deugdelijke journalistieke onderbouwing, tijdig aan de chef te worden voorgelegd. De chef legt het vervolgens, indien nodig ondersteund door zijn eigen argumenten, voor aan de hoofdredactie. Die geeft al dan niet toestemming.
  • Betaalt of niet, de journalist houdt te allen tijde zijn/haar onafhankelijkheid. Dat wil zeggen dat we waar mogelijk onze eigen weg kiezen en onze eigen journalistieke afwegingen blijven maken. Het betekent ook dat we geen voorkeursbehandeling opzoeken (dat kan immers ons beeld op de werkelijkheid vertroebelen).
  • Er zijn voor de hoofdredactie drie hoofdcriteria om een reisverzoek op te beoordelen: journalistieke waarde, een efficiënte personele inzet en de met het voorstel gemoeide kosten. Aangezien bij een gesponsorde reis het laatste criterium geen of nauwelijks een rol speelt, zal naar de eerste twee criteria extra scherp worden gekeken, alleen al om te voorkomen dat op grond van het gratis aanbod te makkelijk wordt "gehapt". De te maken extra kosten vanwege vervangingv an een reizende medewerker (bv. het inzetten van freelance fotografen voor werk dat eigenlijk door de eigen fotograaf had kunnen worden gedaan) zullen eveneens worden meegewogen.

  • Een journalist beschermt zoveel als mogelijk en zonder afbreuk te doen aan zijn taak tot volledig informeren, de persoonlijke levenssfeer van de personen over wie hij publiceert.
  • Als het privégedrag van een persoon met een openbare functie of een belangrijke maatschappelijke positie van invloed is op diens beroepsmatig handelen of diens openbare positie en onderwerp van een publicatie wordt, dan worden naam en toenaam van de betrokkene genoemd.
  • Nimmer gaat een journalist zich te buiten aan zaken die als laster, smaad of belediging kunnen worden aangeduid.
  • De Limburger dient zoveel mogelijk controleerbare informatie te verstrekken. Mensen die in de krant hun verhaal vertellen, worden daarom aangeduid met de volledige naam. wanneer vermelding van de naam reële risico's met zich meebrengt, zullen journalist en hoofdredactie in uitzonderingsgevallen afwegen in hoeverre het maatschappelijk belang van publicatie opweegt tegen het nadeel van anonimiteit. Voor het geval iemand anoniem aan het woord komt, kan voor de man of vrouw een gefingeerde naam worden gebruikt. Dit moet wel -bv. onder aan het artikel -aan de lezer worden uitgelegd.

  • Journalisten betalen niet voor informatie, zeggen betalingen niet toe en stellen die niet in het vooruitzicht.

  • Achteraf gebleken feitelijke onjuistheden worden zonder enig voorbehoud en zonder het oordeel c.q. de aanmerkingen van buiten af te wachten, gerectificeerd.
  • Dat gebeurt, bij gebleken onjuistheden, op initiatief van de hoofdredactie, de redactie of de betrokken journalist.
  • Elke rechtzetting dient vóór publicatie voorgelegd te worden aan de hoofdredactie.

  • Indien van bovenstaande regels moet worden afgeweken, kan dat alleen na overleg met de hoofdredactie.
  • De hoofdredactie brengt deze gedragscode ter kennis van alle journalistieke medewerkers van De Limburger, aan alle nieuw benoemde redactionele medewerkers, aan freelancers, aan stagiaires, aan andere redactioneel- journalistieke medewerkers en medewerkers van de redactie-ondersteunende diensten. Bovendien zorgt de hoofdredactie er voor dat ook derden kennis kunnen nemen van de gedragscode.